richten

werkw.

Uitspraak:	[ˈrɪxtə(n)]
Afbreekpatroon:	rich·ten
Vervoegingen:	richtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gericht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

doelbewust een bepaalde richting geven aan

Voorbeelden:	`je aandacht richten op het beeldscherm`, `een wapen op iemand richten`
het woord tot iemand richten	(iemand aanspreken)

aanleggen   aanschrijven   in een bep. richting plaatsen   leiden   lijnen   mikken   uitbalanceren   uitlijnen   

• • [ov] op een bepaald doel afstemmen. • [refl] "zich ~ op": een bepaald doel nastreven
• het naar een bepaalde kant sturen vb: hij richtte met zijn geweer op de benen van de inbreker Synoniem: mikken je naar hem toe keren vb: ik richtte mij tot de directeur het woord tot hem richten [tegen hem beginnen te praten] tot wie moet ik mij richten? [tegen wie moet ik dit zeggen?]
• 1) Zenden 2) Dirigeren 3) Vestigen 4) Leiden 5) In rechte lijn stellen 6) Koersen 7) Mikken 8) Regelen 9) Adresseren 10) Jalonneren 11) Plaatsen 12) Aanleggen 13) Aanleggen met een geweer 14) Pointeren 15) Aanleggen met geweer 16) Uitbalanceren 17) Uitlijnen 18) Stellen 19) Sturen 20) Aansturen 21) Lijnen
• recht overeind zetten. Speciaal gebezigd ten aanzien van masten.
• rechtmaken, in een bepaalde richting laten gaan

Toon uitgebreidere definities

• richten tot• richtend

• aanrichten• berichten• inrichten• onderrichten• ontwrichten• oprichten• uitrichten• verrichten• heroprichten• herinrichten• gelijkrichten• africhten

richten (mikken, bepalen)

Wat is de verleden tijd van richten?

De verleden tijd van richten is 'richtte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gericht'.

Wat betekent richten?

'doelbewust een bepaalde richting geven aan'

Hoe spel je richten?

richten spel je R I C H T E N

Wat is een ander woord voor richten?

Andere woorden voor richten zijn aanleggen, aanschrijven, in een bep. richting plaatsen, leiden, lijnen, mikken, uitbalanceren en uitlijnen.

Zoek richten op Woordenlijst.org
Zoek richten op Google
Zoek richten op Wikipedia