repliceren

werkw.
Uitspraak:  [repli'serə(n)]
Afbreekpatroon:  re·pli·ce·ren
Vervoegingen:  repliceerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gerepliceerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een antwoord op iets geven
Voorbeelden:  `repliceren op een vraag`,
`repliceren op de stellingen van de tegenpartij in een betoog`


Synoniemen
antwoorden   

6 definities op Encyclo
  • iets zeggen of schrijven op een vraag vb: ja maar, repliceerde hij, daar kon ik niets aan doen Synoniem: antwoorden Tegenstellingen: verzoeken vragen
  • Let op: Spelling van 1858 antwoorden, hernemen, tegen inbrengen. Repliek, réplique, Fr., een tegenantwoord, tegenschrift; (regtsg.) het tweede klaagschrift
  • 1) Daar tegen inbrengen 2) Antwoorden 3) Wederwoord geven 4) Bescheid doen 5) Weerleggen
  • antwoorden, tegenwerpen - Woordfeit: Repliceren betekent in eerste instantie `antwoorden`, maar zoals uit het citaat al blijkt, klinkt er iets in mee van verweer, iets inbrengen tegen wat net gezegd is. Het woord gaat, net als het zelfstandig naamwoord repliek `weerwoord`, terug op het klassiek Latijnse repli...
  • antwoorden Jaar van herkomst: 1370-1378 (HWS )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
repliceren (tegenwerping, antwoord)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van repliceren?
De verleden tijd van repliceren is 'repliceerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gerepliceerd'.
Wat betekent repliceren?
'een antwoord op iets geven'
Hoe spel je repliceren?
repliceren spel je R E P L I C E R E N
Wat is een ander woord voor repliceren?
Een ander woord repliceren is antwoorden.

Op andere websites
Zoek repliceren op Woordenlijst.org
Zoek repliceren op Google
Zoek repliceren op Wikipedia