repeteren

werkw.
Uitspraak:  [repəˈterə(n)]
Afbreekpatroon:  re·pe·te·ren
Vervoegingen:  repeteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gerepeteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat je iets gaat kunnen door het vaak te oefenen
Voorbeeld:  `repeteren voor een toneeluitvoering`


Synoniemen
herhalen   instuderen   oefenen   sjabloneren   

6 definities op Encyclo
  • (repeteren / sjabloneren) Komt voor als grote vlakken in het zetsel als (bijna) volvlakken dienen te drukken (of juist volledig leeg zijn), bij schrale inktgeving. Betreffende vlakken worden dan lichter (of juist donker) herhaald als de inktrol een omwenteling verder nog dicht opeengeplaatst zetsel tegenkomt.
  • nog een keer zeggen of doen vb: de woordjes van deze les moet je vaak repeteren Synoniemen: herhalen overdoen reproduceren het instuderen van een muziek- of toneelstuk vb: het orkest repeteerde elke week drie uur
  • 1) Bij wijze van proef op- of uitvoeren 2) Herhalen 3) Herzeggen 4) Instuderen 5) Leerstof van examen doornemen 6) Overzeggen 7) Overleren 8) Overdoen 9) Opnieuw zeggen 10) Oefenen
  • herhalen
  • herhalen Jaar van herkomst: 1437 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met repeteren:
repeterend

Herkomst volgens etymologiebank.nl
repeteren (herhalen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van repeteren?
De verleden tijd van repeteren is 'repeteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gerepeteerd'.
Wat betekent repeteren?
'zorgen dat je iets gaat kunnen door het vaak te oefenen'
Hoe spel je repeteren?
repeteren spel je R E P E T E R E N
Wat is een ander woord voor repeteren?
Andere woorden voor repeteren zijn herhalen, instuderen, oefenen en sjabloneren.

Op andere websites
Zoek repeteren op Woordenlijst.org
Zoek repeteren op Google
Zoek repeteren op Wikipedia