remmen

werkw.

Uitspraak:	[ˈrɛmə(n)]
Afbreekpatroon:	rem·men
Vervoegingen:	remde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geremd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets dat beweegt) langzamer laten gaan of laten stilstaan

Voorbeelden:

`plotseling moeten remmen voor een fietser`,
`pompend remmen`

Zie ook:

Synoniemen

7 definities op Encyclo

[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Remmen``] Het R. der voertuigen bij het berg-afrijden geschiedt door middel van den remschoen, die door eenen remketting of een remtouw aan het voertuig bevestigd is
•sneldheid doen verminderen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
het ding laten stoppen vb: je moet remmen voor je de bocht om gaat
1) Op de rem duwen 2) Langzaam doen stilstaan 3) Vertragen 4) Afremmen 5) Langzaam doen gaan 6) In zijn vaart belemmeren 7) Tegengaan 8) Tegenhouden 9) Tegenwerken 10) Vaart minderen 11) De beweging van iets tegenwerken 12) Ophouden 13) De beweging verminderen 14) Snelheid minderen 15) Bemoeilijken
De F1 remmen zijn uit koolstof gemaakt. Koelingvloeistoffen, ABC en bekrachtigde remmen zijn niet toegelaten. Als een piloot de rem volledig induwt, dan kan een F1 wagen van 200 km-u tot stilstand komen binnen 55 meter, en 1,9 seconden. De krachten tijdens de afremming kunnen 5G bereiken

Deze woorden beginnen met remmen:

Deze woorden eindigen op remmen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Is het juist om te zeggen dat het stoplicht op groen staat? Zie Stoplicht / verkeerslicht

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van remmen is 'remde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geremd'.

'(iets dat beweegt) langzamer laten gaan of laten stilstaan'

remmen spel je R E M M E N

Andere woorden voor remmen zijn afremmen, belemmeren, halt houden, ophouden, stoppen, stopzetten, tegenhouden en tot staan brengen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht