regeren

werkw.

Uitspraak:	[rəˈxerə(n)]
Afbreekpatroon:	re·ge·ren
Vervoegingen:	regeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geregeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(een staat) besturen

Voorbeeld:

`regeren is vooruitzien`

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• strenge heren regeren niet lang (=wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk)
Naar de spreekwoorden

8 definities op Encyclo

(Verplicht) gevolgd worden door
• [ov] [politiek] het uitoefenen van de politieke macht door het uitvaardigen van wetten en instellen van organisaties met een bepaalde opdracht
er het hoogste gezag hebben en het besturen vb: de regering regeert over het land
1) Taalkundige term 2) Leiden 3) Zitten 4) Overheersen 5) Richten 6) Zwaaien 7) Gezaghebben 8) Besturen 9) Heerschappij voeren 10) Beheersen 11) Heersen 12) Het bewind voeren 13) Bedwingen 14) Woeden 15) Gezag uitoefenen
besturen

Deze woorden beginnen met regeren:

Deze woorden eindigen op regeren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van regeren is 'regeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geregeerd'.

'(een staat) besturen'

regeren spel je R E G E R E N

Andere woorden voor regeren zijn besturen, gezaghebben, heersen en overheersen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht