redeneren

werkw.

Uitspraak:	[redəˈnerə(n)]
Afbreekpatroon:	re·de·ne·ren
Vervoegingen:	redeneerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geredeneerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

door nadenken een standpunt bepalen

Voorbeeld:

`logisch redeneren`

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• redeneren als een kip zonder kop (=erg dom redeneren)
Naar de spreekwoorden

6 definities op Encyclo

uitleggen wat je uitgangspunt is en welke stappen je zet in je denken vb: ik vond zijn redenering heel overtuigend logisch redeneren [de ene gedachte volgt logisch op de andere] daar valt niet tegen te redeneren [met argumenten kun je daar niets bereiken]
1) Nadenken 2) Maken van gevolgtrekkingen 3) Betogen 4) Oordelen 5) Beredeneren 6) Zeggen 7) Woordvoeren 8) Kallen 9) Oreren 10) Beraadslagen 11) Delibereren 12) Druk praten 13) Raisonneren 14) Klassineren 15) Logisch denken 16) Gevolgtrekking maken 17) Gedachten ontwikkelen 18) Een betoog houden 19) Spreken
een logisch verband leggen tussen jouw bewezen waarneming en jouw theorie.
praten, argumenteren
praten, argumenteren Jaar van herkomst: 1611-1620 (WNT )

Deze woorden eindigen op redeneren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van redeneren is 'redeneerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geredeneerd'.

'door nadenken een standpunt bepalen'

redeneren spel je R E D E N E R E N

Andere woorden voor redeneren zijn argumenteren, beredeneren en betogen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht