de rede

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[ˈredə]
Afbreekpatroon:	re·de

1) tekst die je voor een groep mensen uitspreekt

Verbuigingen:	rede|s (meerv.)
Voorbeelden:	`een rede houden`, `afscheidsrede`
Synoniemen:	redevoering, toespraak
iemand in de rede vallen	(iemand onderbreken als hij of zij praat)

2) verstand, denkvermogen

Synoniem:	ratio
niet voor rede vatbaar zijn	(onredelijk zijn)
het ligt in de rede dat...	(het is te verwachten dat...)

ankerplaats   betoog   bewustzijn   billijkheid   brein   denkvermogen   geestvermogen   intellect   inzicht   lezing   ratio   redevoering   speech   spreekbeurt   toespraak   verstand   verstandelijk vermogen   voordracht   

• in de rede vallen (=onderbreken, het woord ontnemen)
Naar de spreekwoorden

• (rede, oratio of redevoering) Mondelinge voordracht van een tekst door één persoon, gericht tot een bepaald publiek. In het huidige medialand hoeft dat publiek niet meer lijfelijk aanwezig te zijn, maar dat was anders in de tijd van ontstaan van het literaire genre van de redevoering, de Klassieke Oudheid O...
• •een formele toespraak. •een ankerplaats buitengaats. • redenaar • rederij
• woorden waarmee je een groep mensen iets vertelt vb: we luisterden naar de rede van de professor hem in de rede vallen [niet uit laten spreken]
• [filosofie] Het geestelijke vermogen van de mens, dat zich niet alleen richt op oorzakelijke, discursieve kennis, maar op de diepere samenhang van de dingen en de gebeurtenissen. De rede is van hoger orde dan het verstand. Vooral Kant heeft een scherpe omschrijving gegeven van de rede (Vernunft) en de activit...
• 1) Tijdelijke ankerplaats 2) Redevoering 3) Brein 4) Rustplaats 5) Bewustzijn 6) Oratie 7) Improvisatie 8) Vertoog 9) Betoog 10) Lezing 11) Oordeel 12) Oorzaak 13) Tao 14) Verstand 15) Aanlegplaats 16) Logos 17) Woord 18) Ligplaats 19) Ligplaats voor schepen 20) Denkvermogen 21) Toespraak 22) Denken

Toon uitgebreidere definities

• redeemen• redekavelen• redekaveling• redekundig• redekunst• redelijk• redelijkerwijs• redelijkheid• redeloos• redeloosheid• redemptorist• reden• redenaar• redenaarstalent• redenatie• redeneerprogramma• redeneertrant• redeneerwijze• redeneren• redenering
• Toon alle woorden die beginnen met rede

• afscheidsrede• intrede• onvrede• schrede• trede• vrede• wereldvrede• vrije indirecte rede• voettrede• verdedigingsrede• troonrede• traptrede• tafelrede• pleitrede• ongerede• narede• lofrede• lijkrede• kerstvrede• kerstrede
• Toon alle woorden die eindigen op rede

1. rede (ankerplaats)
2. rede (denkvermogen)

Wat is juist: niet voor rede vatbaar zijn of niet voor reden vatbaar zijn? Zie Niet voor rede / reden vatbaar

Is het 'de rede' of 'het rede'?

Het is 'de rede', want rede is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die rede'.

Wat betekent rede?

'tekst die je voor een groep mensen uitspreekt' en 'verstand, denkvermogen'

Hoe spel je rede?

rede spel je R E D E

Wat is een ander woord voor rede?

Andere woorden voor rede zijn ankerplaats, betoog, bewustzijn, billijkheid, brein, denkvermogen, geestvermogen, intellect, inzicht, lezing, ratio, redevoering, speech, spreekbeurt, toespraak, verstand, verstandelijk vermogen en voordracht.

Zoek rede op Woordenlijst.org
Zoek rede op Google
Zoek rede op Wikipedia