I de rank

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  [rɑŋk]
Verbuigingen:  ranken (meerv.)

dunne, slappe stengel plantkunde
Voorbeeld:  `wijnrank`


II rank

bijv.naamw.
Uitspraak:  [rɑŋk]

slank en sierlijk
Voorbeeld:  `een ranke twaalfjarige`
Synoniem:  tenger


Synoniemen
bevallig   dun   dun van gestalte   fijn   fijngebouwd   flink   goedgebouwd   loot   los   maairijp   mager   onvast   ranken   slank   tenger   uitloper   wankel   wankelbaar   wankelend   

Intensiveringen
Hoe kun je rank krachtiger uitdrukken?
rank als een riet;

11 definities op Encyclo
  • [I] slank [II] stengel van klimplant
  • tenger en sierlijk vb: dat dikke kind is opgegroeid tot een rank meisje Tegenstellingen: plomp log
  • Def.: zegt men van een schip dat niet erg stabiel is.
  • 1) Wingerd 2) Kronkelige stengel 3) Lang en smal 4) Onvast 5) Stengel 6) Lenig 7) Stengel met bladeren 8) Twijg 9) Stengel van een plant 10) Wijnstok 11) Teer en tenger 12) Mager en slank 13) Mager 14) Jong takje 15) Deel van een plant 16) Slingerstengel 17) Slanke stengel 18) Teen 19) Los 20) Druivenplant
  • 1> een grote lengte in verhouding tot de breedte hebbend. 2> gemakkelijk overhellend. rank worden: minder stabiel worden.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met rank:
rankenranketrankheidranking

Deze woorden eindigen op rank:
drankdubbeldrankfrankfrisdrankhoestdrankzweetdrankyoghurtdrankwijnrankwelkomstdrankvranktoverdranksterkedrankspranksportdrankspeciaaldrankseizoensdrankprankminnedrankmelkdrankkumbudrank

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. rank (slank)
  2. rank (slimmigheid)
  3. rank (stengel van klimplant)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de rank' of 'het rank'?
Het is 'de rank', want rank is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die rank'.
Wat is het meervoud van rank?
Het meervoud van rank is 'ranken'. Eén rank, twee ranken.
Wat betekent rank?
'dunne, slappe stengel'
Hoe spel je rank?
rank spel je R A N K
Wat is een ander woord voor rank?
Andere woorden voor rank zijn bevallig, dun, dun van gestalte, fijn, fijngebouwd, flink, goedgebouwd, loot, los, maairijp, mager, onvast, ranken, slank, tenger, uitloper, wankel, wankelbaar en wankelend.

Op andere websites
Zoek rank op Woordenlijst.org
Zoek rank op Google
Zoek rank op Wikipedia