de rang

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[rɑŋ]
Verbuigingen:	rangen (meerv.)

hoogte van je functie in een organisatie

Voorbeeld:	`iemand bevorderen tot de rang van kolonel`
mensen van alle rangen en standen	(mensen met heel verschillende beroepen en inkomens)

ambt   gelid   hiërarchie   klas   klasse   lading   maatschappelijke klasse   meerdere   orde   rangorde   slag   stand   volgorde   

• voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten (=tegen minimale kosten maximaal voordeel verlangen)
Naar de spreekwoorden

• rij van personen (VD I 1) - Voorbeeld: 't Halven de voornoen trokken zij in rang naar de kerk
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Rang``] 1o. Zie Graad. 2o. Zie Schip
• positie die iemand inneemt in een organisatie vb: generaal is een hoge militaire rang soort zitplaats in een schouwburg vb: welke rang zat je bij die voorstelling? eerste rang zitten [een erg goede plaats hebben] voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten [voor weinig geld het beste willen hebben]
• Let op: Spelling van 1858 rij orde; ook de waardigheid, de stand, de plaats, welke iemand, met betrekking tot het aanzien, waarin hij staat, bekleedt; de trap van eer. Rangeren, in orde stellen, zetten, brengen, leggen, enz.; ook, aan een' kant doen; iemand rangeren, hem teregt zetten, tot zijnen pligt brenge...
• 1) Staat 2) Standing 3) Militaire trede 4) Klasse 5) Snoepgoed 6) Klas 7) Echelon 8) Rang in een schouwburg 9) Maatschappelijke klasse 10) Reeks 11) Rangorde 12) Staat van classificatie 13) Rij 14) Rij personen 15) Stand 16) Status 17) Deel van een schouwburg 18) Slag 19) Ordening van status 20) Positie

Toon uitgebreidere definities

• range• rangeerder• rangeeremplacement• rangeerstation• rangeerterrein• ranger• rangeren• ranglijst• rangonderscheidingsteken• rangorde• rangschikken• rangschikking• rangtelwoord

• aandrang• boemerang• dadendrang• drang• gedrang• geldingsdrang• vernieuwingsdrang• voorrang• wrang• zendingsdrang• zelfstandigheidsdrang• voortplantingsdrang• strang• paringsdrang• overlevingsdrang• officiersrang• levensdrang• knaldrang• hervormingsdrang• expansiedrang

rang (klasse, groep plaatsen in een schouwburg of stadion)

Is het 'de rang' of 'het rang'?

Het is 'de rang', want rang is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die rang'.

Wat is het meervoud van rang?

Het meervoud van rang is 'rangen'. Eén rang, twee rangen.

Wat betekent rang?

'hoogte van je functie in een organisatie'

Hoe spel je rang?

rang spel je R A N G

Wat is een ander woord voor rang?

Andere woorden voor rang zijn ambt, gelid, hiërarchie, klas, klasse, lading, maatschappelijke klasse, meerdere, orde, rangorde, slag, stand en volgorde.

Zoek rang op Woordenlijst.org
Zoek rang op Google
Zoek rang op Wikipedia