de raddraaier

zelfst.naamw. (v.)
Afbreekpatroon:  rad·draai·er
Verbuigingen:  raddraaiers
Verbuigingen:  raddraaiertje

iemand die dingen doet die bij de wet verboden zijn
Voorbeelden:  `De raddraaiers werden door de politie gearresteerd en opgesloten.`,
`De raddraaier groeide op voor 'galg en rad'.`


Synoniemen
belham   opruier   raddraaister   

3 definities op Encyclo
  • 1) Opruier 2) Vandaal 3) Opstoker 4) Oproerkraaier 5) Onruststoker 6) Aanstichter 7) Aanstoker 8) Aanstoker tot oproer 9) Deugniet 10) Desperado 11) Iemand die aan een rad draaid 12) Schavuit 13) Rebel 14) Relschopper 15) Raddraaister 16) Belhamel 17) Veroorzaker
  • aanstoker Jaar van herkomst: 1830 (WNT )
  • Spreekwoorden: (1914) Een raddraaier, d.w.z. de aanvoerder, de aanstoker, de bewerker bijv. van een oproer; hd. ein Rädelsführer1); eig. degeen, die het rad draait, waardoor eene machine in beweging wordt gebracht; vgl. in de 17<sup>de<-sup> eeuw: een werveldraaier (Vondel, Rommelpot, 16...
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
raddraaier (aanstoker)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de raddraaier' of 'het raddraaier'?
Het is 'de raddraaier', want raddraaier is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die raddraaier'.
Wat betekent raddraaier?
'iemand die dingen doet die bij de wet verboden zijn'
Hoe spel je raddraaier?
raddraaier spel je R A D D R A A I E R
Wat is een ander woord voor raddraaier?
Andere woorden voor raddraaier zijn belham, opruier en raddraaister.

Op andere websites
Zoek raddraaier op Woordenlijst.org
Zoek raddraaier op Google
Zoek raddraaier op Wikipedia