de preek

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[prek]
Verbuigingen:	preken (meerv.)

toespraak tijdens een kerkdienst

Synoniemen

9 definities op Encyclo

(preek, collatie, homilie of sermoen) Op schrift gestelde redevoering met een religieus stichtende, vermanende of moraliserende inhoud; de literaire weergave van de prediking. In de middeleeuwse stichtelijke literatuur nam de preek of het sermoen een belangrijke plaats in, met name de volkspreek voor de simpe...
•een stichtelijk betoog door een geestelijke in een kerkdienst. •"overdrachtelijk": een vermanende toespraak
toespraak over het geloof vb: de priester hield een preek over de liefde
1) Boodschap over geloof en moraliteit 2) Kanselrede 3) Toespraak 4) Hagenpreek 5) Prediking 6) Predicatie 7) Gesproken gedeelte tijdens een eredienst 8) Vermanende toespraak 9) Kerkdienst 10) Rede 11) Onderrichting vanaf de kansel 12) Onderdeel van de mis 13) Godsdienstige toespraak 14) Belerende toespraak
De 'preek' of 'prediking' (Latijn 'praedicare' = openlijk verklaren, verkondigen, vermelden, vertellen) is een rede waarin een godsdienstige waarheid in het openbaar wordt verkondigd, toegelicht, enzovoort. De leer van het doordenken, maken en geven van een preek of homilie heet homiletiek of predikkunde.

Deze woorden beginnen met preek:

Deze woorden eindigen op preek:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de preek', want preek is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die preek'.

Het meervoud van preek is 'preken'. Eén preek, twee preken.

'toespraak tijdens een kerkdienst'

preek spel je P R E E K

Andere woorden voor preek zijn donderpreek, hagenpreek, leerrede en toespraak.

Op andere websites

Recentelijk gezocht