pralen

werkw.

Verbuigingen:	praalde
Verbuigingen:	gepraald

of op een andere manier laten schitteren, prachtig vertonen

Zie ook:

praal

Bron: WikiWoordenboek.

geuren   paraderen   prijken   pronken   schitteren   

• woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) schitteren.
• 1) Bogen 2) Prachen 3) Prijken 4) Pronken 5) Bluffen 6) Vertoon maken 7) Schitteren 8) Schetteren 9) Geuren 10) Snoeven 11) Paraderen 12) Gloriëren 13) Opscheppen 14) Opsnijden 15) Trots zijn 16) Ophef maken 17) Pochen 18) Stralen 19) Stoefen
• pronken
• pronken Jaar van herkomst: 1599 (Kil. )
• schitteren of op een andere manier, meestal op positieve wijze, bijvoorbeeld op trotse of fraaie wijze, opvallen; boven zijn omgeving uitsteken; schitteren pronken; opscheppen; laten zien hoe goed, mooi, slim of rijk men is

Toon uitgebreidere definities

• zegepralen

pralen (pronken, luisterrijk zijn)

Wat is de herkomst van ergens prat op gaan? Zie Ergens prat op gaan

Wat betekent pralen?

' of op een andere manier laten schitteren, prachtig vertonen'

Hoe spel je pralen?

pralen spel je P R A L E N

Wat is een ander woord voor pralen?

Andere woorden voor pralen zijn geuren, paraderen, prijken, pronken en schitteren.

Zoek pralen op Woordenlijst.org
Zoek pralen op Google
Zoek pralen op Wikipedia