de poot

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[pot]
Verbuigingen:	poten (meerv.)

1) been van een dier

Voorbeelden:	`Insecten hebben zes poten.`, `voorpoot`
op zijn pootjes terechtkomen	((van een probleem of een moeilijke situatie) goed aflopen)
op hoge poten	(boos) `op hoge poten de directeur te spreken vragen`
iets op poten zetten	(iets beginnen te organiseren) `een kindervakantieweek op poten zetten`

2) voet of hand

Voorbeeld:	`Blijf met je poten van me af!`
geen poot uitsteken	(niets doen om te helpen)
je poot stijf houden	(niet toegeven)
iemand een poot uitdraaien	(iemand te veel laten betalen)

3) iets waarop een meubel staat

Voorbeelden:

`een krukje met drie poten`, `tafelpoot`

been   de vijf   flikker   hand   handtekening   homo   jat   klauw   knuist   mietje   nicht   onderbeen   onderstel   paraplubak   rek   spoor   staan   staander   stijl   stoelpoot   voet   

• waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
• opzitten en pootjes geven (=zich onderwerpen aan een verplicht gesprek)
• op je pootjes terecht komen (=het komt vanzelf wel voor elkaar)
• op je poot spelen (=boos uitvallen)
• op de poot spelen (=bij de kleinste tegenslag flink te keer gaan/razen)
Toon alle 11 spreekwoorden die poot bevatten

Hoe kun je met poot een ander begrip versterken?
geen poot uitsteken;

• Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 haakjes waarmede de gezette steen wordt vastgehouden.
• handsvol - Voorbeeld: 'k Heb een pootje appels mee voor de jongens
• [I] been [II] mannelijke homoseksueel
• • [m] : ledemaat van een dier. • [m] : been van een meubelstuk. • [m] : [dysfemisme] : hand of voet van een mens. • [m] : [dysfemisme] : homoseksuele man. • [f] - [m] : stekje.
• been van een dier vb: een hond heeft vier poten en een staart het komt op zijn pootjes terecht [het komt wel goed] op zijn achterste poten staan [verontwaardigd zijn, protesteren] met hangende pootjes terugkomen [nadat je tot inkeer bent gekomen] opzitten en pootjes geven [beleefd gedrag bij een bezoek] een s...

Toon uitgebreidere definities

• poot-aan• pootaan• pootaardappel• pootafdruk• pootgat• pootgoed• pootje-over• pootjebaden• pootui• pootvis• pootziekte

• despoot• duizendpoot• zielenpoot• zwempoot• woelpoot• witpoot• wegenbouwpoot• waadpoot• voorpoot• vliegenpoot• varkenspoot• uitpoot• tafelpoot• stoelpoot• ruigpoot• roodpoot• pielepoot• olifantenpoot• mankepoot• linkspoot

1. poot (been)
2. poot (kop = pot vaatwerk)
3. poot (loot)
4. poot (mannelijke homoseksueel)

Waar komt op zijn poot spelen vandaan? Zie Op zijn poot spelen

Is het 'de poot' of 'het poot'?

Het is 'de poot', want poot is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die poot'.

Wat is het meervoud van poot?

Het meervoud van poot is 'poten'. Eén poot, twee poten.

Wat betekent poot?

'been van een dier' en 'voet of hand' en 'iets waarop een meubel staat'

Hoe spel je poot?

poot spel je P O O T

Wat is een ander woord voor poot?

Andere woorden voor poot zijn been, de vijf, flikker, hand, handtekening, homo, jat, klauw, knuist, mietje, nicht, onderbeen, onderstel, paraplubak, rek, spoor, staan, staander, stijl, stoelpoot en voet.

Zoek poot op Woordenlijst.org
Zoek poot op Google
Zoek poot op Wikipedia