• iemand (aan) de pols voelen (=iemand uithoren) • de vinger aan de pols houden (=in de gaten houden of alles goed gaat) Naar de spreekwoorden
11 definities op Encyclo
(verouderd) hoofd
sprieten van een plant met een kluit aarde eraan vb: ze had een pol madeliefjes uitgegraven
1) Jongensnaam 2) Samenhangende klomp planten 3) Zode 4) Kluit 5) Bundel gras 6) Rond koekje 7) Plant met aarde 8) Plaats in Limburg 9) Plaats in Nederland 10) Landcode van Polen 11) Plaats in de Benelux 12) Graszode 13) Bosje planten 14) Plant 15) Vlaamse jongensnaam 16) Vlaamse voornaam 17) Wortelkluit
1> klein eiland, meestal zeer drassig. In Friesland ook bekend als polle. 2> GROTE POL: achterste dekenpoot in een (Volendammer) botter.