de pieper

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['pipər]
Afbreekpatroon:	pie·per
Verbuigingen:	piepers (meerv.)

1) apparaatje waarmee je via een pieptoon opgeroepen kunt worden

Voorbeeld:	`Als mijn pieper af gaat weet ik dat ik de afdeling moet bellen.`
Synoniem:	semafoon

2) aardappel

piepers jassen

(aardappels schillen)

aardappel   graspieper   patat   portofoon   zeur   

• (Bargoens, 1914) aardappel
• (Amsterdams) verrader
• (Amsterdams) zeikerd, zeur
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (De -) (Militair), pomp. Naar het snerpend, piepend geluid, dat bij het pompen gehoord wordt.
• [Bargoens, boeventaal] aardappel.

Toon uitgebreidere definities

• pieperig• pieperschieter

• schrielpieper• lekkerpieper• gifpieper• brugpieper

pieper (kleine, jonge aardappel)

Schrijf je bintje (`soort aardappel`) met een hoofdletter, of met een kleine letter? Zie bintje / Bintje

Is het 'de pieper' of 'het pieper'?

Het is 'de pieper', want pieper is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die pieper'.

Wat is het meervoud van pieper?

Het meervoud van pieper is 'piepers'. Eén pieper, twee piepers.

Wat betekent pieper?

'apparaatje waarmee je via een pieptoon opgeroepen kunt worden' en 'aardappel'

Hoe spel je pieper?

pieper spel je P I E P E R

Wat is een ander woord voor pieper?

Andere woorden voor pieper zijn aardappel, graspieper, patat, portofoon en zeur.

Zoek pieper op Woordenlijst.org
Zoek pieper op Google
Zoek pieper op Wikipedia