pellen

werkw.

Uitspraak:	[pɛlə(n)]
Afbreekpatroon:	pel·len
Vervoegingen:	pelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gepeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

de buitenkant ergens vanaf halen

Voorbeelden:	`een eitje pellen`, `gepelde pinda's`
Synoniem:	schillen

doppen   jassen   knippen   schillen   

• een eitje met iemand te pellen hebben (=hetzelfde als: een appeltje met iemand te schillen hebben. Nog iets met iemand moeten oplossen.)
Naar de spreekwoorden

• de schil eraf halen vb: wil jij deze mandarijn pellen?
• 1) Plaats in de Benelux 2) Plaats in Luik 3) Knippen 4) Ontbolsteren 5) Doppen 6) Van de buitenkant ontdoen 7) Van de schil ontdoen 8) Pelen 9) Weefsel 10) Jassen 11) Afschillen 12) Afpellen 13) plaats in België 14) Ontdoen 15) Afdoppen 16) Afbikken 17) Ontschorsen 18) Ontdoen van schil 19) Schillen
• Eieren en tomaten.
• ontbolsteren
• ontbolsteren Jaar van herkomst: 1351 (MNW )

Toon uitgebreidere definities

• spellen• voorspellen• verspellen• uitspellen• omspellen

1. pellen (ontbolsteren)
2. pellen (weefsel)

Wat is juist: `Ik ontvelde de tomaten`, of `Ik ontveldde de tomaten`? Zie Ontvellen: ontvelde / ontveldde

Wat is de verleden tijd van pellen?

De verleden tijd van pellen is 'pelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gepeld'.

Wat betekent pellen?

'de buitenkant ergens vanaf halen'

Hoe spel je pellen?

pellen spel je P E L L E N

Wat is een ander woord voor pellen?

Andere woorden voor pellen zijn doppen, jassen, knippen en schillen.

Zoek pellen op Woordenlijst.org
Zoek pellen op Google
Zoek pellen op Wikipedia