pauzeren

werkw.
Uitspraak:  [pɑuˈzerə(n)]
Afbreekpatroon:  pau·ze·ren
Vervoegingen:  pauzeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gepauzeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een bezigheid onderbreken om te rusten
Voorbeeld:  `We pauzeren even een kwartiertje en dan gaan we weer verder.`


Synoniemen
rusten   schaften   

3 definities op Encyclo
  • ergens kort mee stoppen vb: we pauzeren om 10 uur voor de koffie
  • 1) Zich verpozen 2) Even wachten 3) Even stoppen 4) Onderweg stilhouden 5) Wachten 6) Tijdelijk stoppen 7) Schaften 8) Pozen 9) Rusten 10) Rust houden
  • Pauzeren is een ogenblikje pas op de plaats maken; ontspannen; op adem komen. [basiswoordenlijst groep 6]
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
pauzeren

Taaladvies
  1. Welke spelling is juist: time-out of timeout ? Zie time-out / timeout
  2. Hoe komt het dat we het over tussen de middag hebben? Is het een verkorting van tussen de ochtend en de middag? Zie Tussen de middag (herkomst)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van pauzeren?
De verleden tijd van pauzeren is 'pauzeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gepauzeerd'.
Wat betekent pauzeren?
'een bezigheid onderbreken om te rusten'
Hoe spel je pauzeren?
pauzeren spel je P A U Z E R E N
Wat is een ander woord voor pauzeren?
Andere woorden voor pauzeren zijn rusten en schaften.

Op andere websites
Zoek pauzeren op Woordenlijst.org
Zoek pauzeren op Google
Zoek pauzeren op Wikipedia