de passer

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈpɑsər]
Afbreekpatroon:	pas·ser
Verbuigingen:	passers (meerv.)

apparaatje om cirkels mee te tekenen

• Uit `De lagere vaktalen: De leerlooiers-, zadelmakers- en schoenmakerstaal` 1914 houten werktuigsken dat dient om de lengte van den voet te meten, en zoo de lengte van de schoen te bepalen.
• (Bargoens, 1914) duit, cent
• •hulpmiddel om cirkels en cirkelbogen te tekenen. •("zeevaart") hulpmiddel om de afleggen
• instrumentje met twee benen waarmee je cirkels en bogen tekent vb: met zijn passer tekende hij een cirkel op zijn papier
• 1) Leermiddel 2) Teken- en schrijfmateriaal 3) Cirkeltekenaar 4) Gereedschap 5) Mus 6) Schoolbenodigdheid 7) Handgereedschap 8) Dubbele pen 9) Tweebenig werktuig 10) Gereedschap van een tekenaar 11) Cirkeltrekker 12) Tekenwerktuig 13) Rivier in Italië 14) Slöjdgereedschap 15) Meet- en tekengereedschap

Toon uitgebreidere definities

• passerelle• passeren• passerend

• ziekenoppasser• oppasser

1. passer (meetinstrument)
2. passer (opkoper van ramsjpartijen)
3. passer = pasar (Indische markt)

Is het 'de passer' of 'het passer'?

Het is 'de passer', want passer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die passer'.

Wat is het meervoud van passer?

Het meervoud van passer is 'passers'. Eén passer, twee passers.

Wat betekent passer?

'apparaatje om cirkels mee te tekenen'

Hoe spel je passer?

passer spel je P A S S E R

Zoek passer op Woordenlijst.org
Zoek passer op Google
Zoek passer op Wikipedia