de paprika
zelfst.naamw. (m./v.)
| Uitspraak: | [ˈpaprika] |
| Afbreekpatroon: | pap·ri·ka |
| Verbuigingen: | paprika's (meerv.) |
1) groene, gele of rode vrucht die als groente wordt gegeten | Voorbeeld: | `gevulde paprika` | |
2) specerij gemaakt van gedroogde paprika (1) | Voorbeeld: | `een snufje paprika` | |
12 definities op Encyclo
- (peper)De soort Capsicum annuum (paprika, peper) levert verschillende soorten vruchten, van zoete paprika's tot scherpe Spaanse pepers
- Latijnse naam: Capsicum annuum , Engelse naam: bell pepper - sweet pepper
- Latijnse naam: CAPSICUM ANNUUM L. YOLO WONDER, Familie: Poivron
- 'Paprika' is de benaming voor zowel de plant 'Capsicum annuum' als voor de vrucht van bepaalde gekweekte vormen daarvan. De soort komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika, en is door Spanjaarden omstreeks 1500 naar Europa gebracht.
- •"Capsicum annuun", tot dit geslacht behoren zowel de hete peper (Spaanse peper) als de zoete peper (paprika).
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
paprika (zoete peper, plant met rode, groene of gele vruchten Capsicum annum)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de paprika' of 'het paprika'?
Het is 'de paprika', want paprika is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die paprika'.
Wat is het meervoud van paprika?
Het meervoud van paprika is 'paprika's'. Eén paprika, twee paprika's.
Wat betekent paprika?
'groene, gele of rode vrucht die als groente wordt gegeten' en 'specerij gemaakt van gedroogde paprika '
Hoe spel je paprika?
paprika spel je P A P R I K A Op andere websites
Zoek
paprika op Woordenlijst.org
Zoek
paprika op Google
Zoek
paprika op Wikipedia