de paniek

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[paˈnik]
Afbreekpatroon:	pa·niek

plotselinge grote schrik of angst voor een gevaar

Voorbeelden:

`Er brak paniek uit toen het dak instortte.`, `in paniek raken`

angst   rust (antoniem)   

• •plotselinge hevige schrik voor een echt of vermeend gevaar.
• plotselinge grote schrik vb: toen er brand uitbrak, raakte iedereen in paniek
• Let op: Spelling van 1858 panique, Fr., eene plotselinge schrik bij onvermoede voorvallen; van hier panieke of panische schrik, ongegronde schrik; valsche wapenkreet
• (=Panikos) Plotseling schrikken, vooral van een grote menigte.
• Nederlandsche handelswoorden uit het Frans (1914): panique, plotselinge koersdaling, krach.

Toon uitgebreidere definities

• paniekaanval• paniekachtig• paniekbestendig• paniekbestendigheid• paniekerig• paniekknop• paniekstemming• paniekstoornis• paniekverkoop• paniekverlichting• paniekvirus• paniekvoetbal• paniekzaaier

• schnitzelpaniek• incestpaniek• coronapaniek• beurspaniek

paniek (plotselinge, hevige angst)

Is het 'de paniek' of 'het paniek'?

Het is 'de paniek', want paniek is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die paniek'.

Wat betekent paniek?

'plotselinge grote schrik of angst voor een gevaar'

Hoe spel je paniek?

paniek spel je P A N I E K

Wat is een ander woord voor paniek?

Een ander woord paniek is angst.

Wat is het tegenovergestelde van paniek?

Een antoniem van paniek is rust.

Zoek paniek op Woordenlijst.org
Zoek paniek op Google
Zoek paniek op Wikipedia