overwinnen

werkw.

Uitspraak:	[ovərˈwɪnə(n)]
Afbreekpatroon:	over·win·nen
Vervoegingen:	overwon (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft overwonnen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

sterker blijken te zijn dan (een vijand, problemen, emoties)

Voorbeeld:

`je angst overwinnen`

Synoniemen

4 definities op Encyclo

• [ov] een tegenstander of zwakte onder de knie krijgen. (+audio)
in een gevecht of strijd sterker blijken te zijn vb: hij heeft zijn tegenstander overwonnen onderdrukken of in bedwang houden vb: hij overwon zijn angst en ging naar de deur
1) Zegepralen 2) Overmannen 3) Overmogen 4) Overmeesteren 5) Overheren 6) De zege behalen 7) Te boven komen 8) Afmaken 9) Kloppen 10) Verdienen 11) Triomferen 12) Bedwingen 13) Verwinnen 14) Verslaan 15) Verwinden 16) Bevangen 17) Zegevieren 18) Vloeren
de zege behalen over

Taaladvies

Wat betekent de uitdrukking Komt men over de hond, dan komt men ook wel over de staart? Zie Komt men over de hond, dan komt men ook wel over de staart
Is dit juist: de te kloppen ploeg? Zie de te kloppen ploeg
Waar komt de uitdrukking voetangels en klemmen vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Voetangels en klemmen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van overwinnen is 'overwon'. Het voltooid deelwoord is 'heeft overwonnen'.

'sterker blijken te zijn dan (een vijand, problemen, emoties)'

overwinnen spel je O V E R W I N N E N

Andere woorden voor overwinnen zijn bedwingen, bevangen, kloppen, triomferen, verdienen, verslaan, winnen en zegevieren.

Op andere websites

Recentelijk gezocht