overvallen

werkw.

Uitspraak:	[ovərˈvɑlə(n)]
Afbreekpatroon:	over·val·len
Vervoegingen:	overviel (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft overvallen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) onverwacht met geweld aanvallen

Voorbeeld:

`Het tankstation is overvallen door twee jongens op een motorfiets.`

2) plotseling gebeuren waardoor je ervan schrikt

Voorbeeld:

`De uitnodiging om mee te gaan naar Parijs overviel me nogal.`

Zie ook:

Synoniemen

5 definities op Encyclo

•bij verrassing iemand belagen of overweldigen. •naar een bepaalde kant vallen. • [archaïsch] naar de vijand overlopen "Arch. (1811)" Nederduitsch taalkundig woordenboek. P. Weiland 1807-1811. • [plur] van overval.
iemand plotseling aanvallen vb: zij is op straat overvallen door een tasjesdief onverwacht iets vertellen of onverwacht op bezoek komen vb: zij overviel mij met die mededeling Synoniem: overrompelen
1) Onverhoeds aanvallen 2) Betrappen 3) Verrassen 4) Overkomen 5) Plunderen en mishandelen 6) Overstelpen 7) Overrompeld 8) Overrompelen 9) Stelen en toetakelen 10) Bestormen 11) Belagen 12) Aanranden 13) Aanvallen 14) Aanvechten 15) Onverwacht komen 16) Onverwachts aanvallen 17) Attaqueren
onverhoeds aanvallen, pogen over te nemen van iets of iemand
Overvallen is iemand met geweld overmeesteren om hem te beroven. [basiswoordenlijst groep 3]

Deze woorden eindigen op overvallen:

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van overvallen is 'overviel'. Het voltooid deelwoord is 'heeft overvallen'.

'onverwacht met geweld aanvallen' en 'plotseling gebeuren waardoor je ervan schrikt'

overvallen spel je O V E R V A L L E N

Andere woorden voor overvallen zijn aanvallen, attaqueren, bestormen, overkomen en overrompelen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht