de overhand

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[ˈovərhɑnt]
Afbreekpatroon:	over·hand

de overhand krijgen

(gaan overheersen) `De afdeling verkoop krijgt de overhand in het bedrijfsbeleid.`

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• de overhand hebben (=iets is meer aanwezig dan het ander / meer invloed hebben)
Naar de spreekwoorden

6 definities op Encyclo

beurtelings (VD II) - Voorbeeld: De nachtegaal alleen bleef waterkelen en trok zijn tonen op mate en overhand met Swane's lied - Voorbeeld: Overhand staken zij nu de magere arm over tafel, grepen de fles en goten zelf hun glas vol
de meeste invloed, de meeste kracht vb: tijdens de eerste helft had Ajax de overhand
1) Bovenhand 2) Meerderheid 3) Overwicht 4) Bijwoord 5) De meeste invloed 6) Overmacht 7) Overheersing 8) Heerschappij 9) Prevalentie
grootste macht
grootste macht Jaar van herkomst: 1285 (CG Rijmb. )

Deze woorden beginnen met overhand:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de overhand', want overhand is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die overhand'.

overhand spel je O V E R H A N D

Andere woorden voor overhand zijn heerschappij en overheersing.

Op andere websites

Recentelijk gezocht