het ornaat

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ɔr'nat]
Afbreekpatroon:	or·naat

in vol ornaat

(in officiële kleding die bij je rol of je functie past) `De bisschop staat in vol ornaat naast de burgemeester.`

ambtsgewaad   ambtskleden   ambtskleed   robe   toga   

• Let op: Spelling van 1858 ambtskleeding, priesterlijk tooisel, opschik. Het kerk-ornaat is het behangen van den altaar en kansel
• 1) Toga 2) Ambtsgewaad 3) Robe 4) Ambtskleding 5) Versierd gewaad 6) Gewaad 7) Staatsiekleding 8) Statiekleding 9) Ambtskleed 10) Dos 11) Ambtstooi 12) Kleding van ambtsdrager 13) Liturgisch gewaad 14) Feesttenue 15) Ambstgewaad 16) Plechtige kleding 17) Plechtig gewaad 18) Plechtgewaad
• ambtsgewaad met de daarbij behorende kentekenen en versierselen. Bijv. de toga van een advocaat of rechter. ...
• ambtsgewaad Jaar van herkomst: 1624 (WNT )
• Lat. 'ornatus', uitrusting, sieraad, kleding: feestelijke ambtsdracht van de hoogwaardigheidsbekleders van de christelijke kerken.

Toon uitgebreidere definities

ornaat (ambtsgewaad)

Waar komt in vol ornaat vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie In vol ornaat

Is het 'de ornaat' of 'het ornaat'?

Het is 'het ornaat', want ornaat is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat ornaat'.

Hoe spel je ornaat?

ornaat spel je O R N A A T

Wat is een ander woord voor ornaat?

Andere woorden voor ornaat zijn ambtsgewaad, ambtskleden, ambtskleed, robe en toga.

Zoek ornaat op Woordenlijst.org
Zoek ornaat op Google
Zoek ornaat op Wikipedia