'Oraal' (van Lat. os, mond: 'van de mond') duidt op het gebruik van de mond. Bij medicijnen betekent 'oraal' dat een middel doorgeslikt moet worden.
(1) De mond (= os) bestreffende. (2) Met of via de mond (bijv. orale medicijnen)
• [medisch] met betrekking tot de mond.
door te praten, woorden te gebruiken vb: de boodschap werd alleen oraal overgemaakt Synoniem: mondeling Tegenstelling: schriftelijk via de mond vb: deze medicijnen worden oraal toegediend de orale fase [vroege ontwikkelingsfase van de baby, waarin alle aandacht op de mond gericht is]
Let op: Spelling van 1858 Oralis, Lat., mondeling, woordelijk