I opwinden

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔpwɪndə(n)]
Afbreekpatroon:	op·win·den
Vervoegingen:	wond op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft opgewonden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) zorgen dat het gewicht of de veer een uurwerk blijft aandrijven

Voorbeeld:

`de antieke klok opwinden voordat je naar bed gaat`

2) (draad of touw) tot een kluwen maken
3) (iemand) seksueel prikkelen

Voorbeeld:

`Dit soort plaatjes winden mij helemaal niet op.`

II zich opwinden

reflexief werkw.

Uitspraak:	[ˈɔpwɪndə(n)]
Afbreekpatroon:	op·win·den
Vervoegingen:	wond zich op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft zich opgewonden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

van ergernis zichtbaar boos worden

Voorbeeld:

`Wind je toch niet zo op over die hondenpoep op straat!`

aanmaken   aanwakkeren   afwikkelen   agiteren   baken   bereiden   enthousiasmeren   haspelen   inbakeren   inzwachtelen   kwaad worden   liquideren   omwikkelen   opheffen   ophitsen   opklossen   oprollen   opruien   opstoken   opvouwen   opwekken   opwikkelen   prikkelen   schudden   spannen   stimuleren   strekken   toebereiden   uitrekken   verhitten   voorbereiden   

• 1.(fig.) in een geestdriftige, hartstochtelijke toestand brengen Voorbeeld: Zij overlaadde hare vader en Wolf met vragen waarvan het antwoord en de uitleg haar niet genoeg voldeden, maar de benieuwdheid altijd heviger opwonden 2.uitdr.: Voorbeeld: zich iets opwinden: zich iets inbeelden Voorbeeld...
• • [ov] rond een as of klos wikkelen. • [ov] draaiend onder spanning zetten. • [ov] in staat van agitatie brengen. • [refl] "zich ~ over": iets doen dat tot emotionele spanning leidt.
• de veer opnieuw spannen vb: heb je de klok opgewonden? er een bol of kluwen van maken vb: wil je me helpen deze wol op te winden? je er erg druk om maken vb: je moet je niet zo opwinden, dat is niet goed voor je Tegenstelling: beheersen hem een spannend gevoel bezorgen vb: de foto's wonden hem erg op
• 1) Enthousiasmeren 2) Draadspoelen 3) Driftig maken 4) Baken 5) Verhitten 6) Boos doen 7) Verheffen 8) Agiteren 9) Kwaad worden 10) Opwekken 11) Uitrekken 12) Stimuleren 13) Strekken 14) Opdraaien 15) Opheffen 16) Ophitsen 17) Opklossen 18) Opkluwen 19) Oprollen 20) Opruien 21) Opstoken 22) Omwikkelen
• Opwinden is de veer van een klok spannen. [basiswoordenlijst groep 5]

Toon uitgebreidere definities

• opwindend

1. Schrijf je geilen (= seksuele lust hebben) met ei of ij? Zie geilen / gijlen
2. Wat is de herkomst van het woord hectiek (`drukte`)? Zie Hectiek

Wat is de verleden tijd van opwinden?

De verleden tijd van opwinden is 'wond op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgewonden'.

Wat betekent opwinden?

'zorgen dat het gewicht of de veer een uurwerk blijft aandrijven' en '(draad of touw) tot een kluwen maken' en '(iemand) seksueel prikkelen'

Hoe spel je opwinden?

opwinden spel je O P W I N D E N

Wat is een ander woord voor opwinden?

Andere woorden voor opwinden zijn aanmaken, aanwakkeren, afwikkelen, agiteren, baken, bereiden, enthousiasmeren, haspelen, inbakeren, inzwachtelen, kwaad worden, liquideren, omwikkelen, opheffen, ophitsen, opklossen, oprollen, opruien, opstoken, opvouwen, opwekken, opwikkelen, prikkelen, schudden, spannen, stimuleren, strekken, toebereiden, uitrekken, verhitten en voorbereiden.

Zoek opwinden op Woordenlijst.org
Zoek opwinden op Google
Zoek opwinden op Wikipedia