zich opwerken
reflexief werkw.
| Uitspraak: | ['ɔpwɛrkə(n)] |
| Afbreekpatroon: | op·wer·ken |
| Vervoegingen: | werkte zich op (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft zich opgewerkt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
naar een betere baan streven en carrière maken | Voorbeeld: | `je opwerken tot afdelingshoofd` | |
Synoniemen
vooruitkomen 8 definities op Encyclo
- Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 er gaan uitzien na bewerking en drogen, b.v. dof, glanzend opwerken.
- Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 het opwerken van nagels, het naar buiten komen van de koppen.
- opmonteren - Voorbeeld: Moeder heeft met mij gepraat, mijn gemoed weer opgewerkt met gefantaseerde voorspellingen, gelijk ze dat kon (Kroniek Gezelle 109)
- [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Boegkruisen of opwerken``] Zie Laveren
- [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Opwerken``] Gelijkluidend met laveren
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
opwerkenVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opwerken?
De verleden tijd van opwerken is 'werkte zich op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft zich opgewerkt'.
Wat betekent opwerken?
'naar een betere baan streven en carrière maken'
Hoe spel je opwerken?
opwerken spel je O P W E R K E N
Wat is een ander woord voor opwerken?
Een ander woord opwerken is vooruitkomen.Op andere websites
Zoek
opwerken op Woordenlijst.org
Zoek
opwerken op Google
Zoek
opwerken op Wikipedia