optrommelen

werkw.

Uitspraak:	['ɔptrɔmələ(n)]
Afbreekpatroon:	op·trom·me·len
Vervoegingen:	trommelde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft opgetrommeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(mensen) oproepen om samen te komen

Voorbeeld:

`Ik heb nog wat mensen opgetrommeld om te helpen met de voorbereidingen van het feestje.`

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• een paar mensen optrommelen (=een paar mensen laten komen)
Naar de spreekwoorden

2 definities op Encyclo

bij elkaar roepen, samen laten komen vb: ze heeft de hele familie opgetrommeld voor dat feest
1) Bijeenroepen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van optrommelen is 'trommelde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgetrommeld'.

'(mensen) oproepen om samen te komen'

optrommelen spel je O P T R O M M E L E N

Een ander woord optrommelen is bijeenroepen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht