de optie

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[ˈɔpsi]
Afbreekpatroon:	op·tie
Verbuigingen:	opties (meerv.)

1) recht om iets te kopen of verkopen tegen een bepaalde prijs

Voorbeelden:

`opties op aandelen`, `een optie nemen op een huis`

2) keuzemogelijkheid

Voorbeeld:

`de keuze hebben uit drie opties`

aanspraak   keus   mogelijkheid   

• Recht om gedurende een bepaalde periode een bepaald effect, meestal een aandeel, tegen een afgesproken prijs te kopen (calloptie) of te verkopen (putoptie)
• het recht om pas later te beslissen of je iets neemt vb: mevrouw Van Teefelen heeft een optie op dat schilderij
• Let op: Spelling van 1858 verkiezing, keus; het regt, om uit verscheidene dingen te kiezen
• [economie] Het recht tot koop of verkoop gedurende een bepaalde periode van bijv. aandelen tegen een vooraf vastgestelde prijs. De houder van de optie is niet verplicht van dit recht gebruik te maken.
• Nederlandsche handelswoorden uit het Frans (1914): option, vrije keus, voorkeur, premie-affaire.

Toon uitgebreidere definities

• optiebeurs• optiefen• optiehandel• optiek• optieker

• adoptie• orthoptie• zelfdoeadoptie• valutaoptie• putoptie• nuloptie• calloptie• beleidsoptie• aankoopoptie• aandelenoptie

optie (recht van voorkeur; mogelijkheid)

Is het 'de optie' of 'het optie'?

Het is 'de optie', want optie is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die optie'.

Wat is het meervoud van optie?

Het meervoud van optie is 'opties'. Eén optie, twee opties.

Wat betekent optie?

'recht om iets te kopen of verkopen tegen een bepaalde prijs' en 'keuzemogelijkheid'

Hoe spel je optie?

optie spel je O P T I E

Wat is een ander woord voor optie?

Andere woorden voor optie zijn aanspraak, keus en mogelijkheid.

Zoek optie op Woordenlijst.org
Zoek optie op Google
Zoek optie op Wikipedia