de opticien

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ɔptiˈʃɛ̃]
Afbreekpatroon:  op·ti·cien
Verbuigingen:  opticiens (meerv.)

iemand die als beroep brillen en contactlenzen verkoopt


9 definities op Encyclo
  • • [beroep] iemand die kundig is in de optica.
  • wie voor zijn beroep brillen en lenzen maakt en verkoopt vb: ik ga naar de opticien voor een nieuwe bril
  • 1) Oogspecialist 2) Gezichtkundige 3) Brillenspecialist 4) Brillenman 5) Brillenmaker 6) Brillendeskundige 7) Verkoper van brillen 8) Vervaardiger van brillen 9) Oogdeskundige 10) Beroep 11) Iemand die kundig is in de optica 12) Winkelier 13) Brillenverkoper
  • brillenmaker
  • brillenmaker Jaar van herkomst: 1897 (KOE )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
opticien (oogmeetkundige, maker en verkoper van brillen)

Taaladvies
  1. Schrijf je dit woord met een trema, of niet, opticiën of opticien? Zie opticien / opticiën
  2. Schrijf je buddyhollybril (`bril met een zwart montuur`) met een hoofdletter, of met een kleine letter? Zie buddyhollybril / Buddyhollybril


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de opticien' of 'het opticien'?
Het is 'de opticien', want opticien is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die opticien'.
Wat is het meervoud van opticien?
Het meervoud van opticien is 'opticiens'. Eén opticien, twee opticiens.
Wat betekent opticien?
'iemand die als beroep brillen en contactlenzen verkoopt'
Hoe spel je opticien?
opticien spel je O P T I C I E N

Op andere websites
Zoek opticien op Woordenlijst.org
Zoek opticien op Google
Zoek opticien op Wikipedia