opstappen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔpstɑpə(n)]
Afbreekpatroon:  op·stap·pen
Vervoegingen:  stapte op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is opgestapt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) weggaan
Voorbeeld:  `Het wordt tijd dat we weer eens opstappen.`
Synoniem:  vertrekken

2) op een fiets gaan zitten
Voorbeeld:  `Als ik eenmaal rijd gaat het wel, maar opstappen en afstappen vind ik nog moeilijk.`
Antoniem:  afstappen


Synoniemen
afreizen   bestijgen   gaan   heengaan   opbreken   smeren   vertrekken   verwijderen   weggaan   wegreizen   wegtrekken   afstappen (antoniem)   

3 definities op Encyclo
  • 1) Aftreden 2) Bestijgen 3) Verdwijnen 4) Opbreken 5) Weggaan 6) Wegreizen 7) Verwijderen 8) Vertrekken 9) Heengaan 10) Wegtrekken 11) Ontslag nemen 12) Smeren 13) Vluchten 14) Gaan 15) Uittreden 16) Afreizen 17) Moven
  • als tijdelijke knecht aan boord gaan.
  • Opstappen is vertrekken, ergens de voet op zetten of het openbaar vervoer nemen. [basiswoordenlijst groep 4]
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opstappen?
De verleden tijd van opstappen is 'stapte op'. Het voltooid deelwoord is 'is opgestapt'.
Wat betekent opstappen?
'weggaan' en 'op een fiets gaan zitten'
Hoe spel je opstappen?
opstappen spel je O P S T A P P E N
Wat is een ander woord voor opstappen?
Andere woorden voor opstappen zijn afreizen, bestijgen, gaan, heengaan, opbreken, smeren, vertrekken, verwijderen, weggaan, wegreizen en wegtrekken.
Wat is het tegenovergestelde van opstappen?
Een antoniem van opstappen is afstappen.

Op andere websites
Zoek opstappen op Woordenlijst.org
Zoek opstappen op Google
Zoek opstappen op Wikipedia