opsporen

werkw.
Uitspraak:  ['ɔpsporə(n)]
Afbreekpatroon:  op·spo·ren
Vervoegingen:  spoorde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opgespoord (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

iemand of iets proberen te vinden
Voorbeelden:  `vermiste kinderen opsporen`,
`een lek opsporen`,
`kanker opsporen`


Synoniemen
lokaliseren   merken   ontdekken   ontwaren   traceren   uitmaken   vaststellen   vinden   

4 definities op Encyclo
  • ophitsen, aansporen, opjagen - Voorbeeld: Hij sprong recht, voortgejaagd door een opsporende onstuimigheid
  • iets of iemand zoeken en vinden vb: de politie heeft de dief opgespoord Synoniemen: achterhalen detecteren
  • 1) Vinden 2) Merken 3) Prenten 4) Door zoeken vinden 5) Uitvorsen 6) Uitvissen 7) Nazoeken 8) Uitsnorren 9) Door nasporen vinden 10) Uitmaken 11) Ontdekken 12) Ontwaren 13) Nasnuffelen 14) Vaststellen 15) Lokaliseren 16) Zoeken 17) Opzoeken 18) Opsnuffelen 19) Opsnorren 20) Opduikelen 21) Speuren 22) Snuffele...
  • Opsporen is pogen een verdachte in de kraag te vatten. Dat wordt gedaan door de politie eventueel met hulp van rechercheurs van de recherche . [basiswoordenlijst groep 6]
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
opsporen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opsporen?
De verleden tijd van opsporen is 'spoorde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgespoord'.
Wat betekent opsporen?
'iemand of iets proberen te vinden'
Hoe spel je opsporen?
opsporen spel je O P S P O R E N
Wat is een ander woord voor opsporen?
Andere woorden voor opsporen zijn lokaliseren, merken, ontdekken, ontwaren, traceren, uitmaken, vaststellen en vinden.

Op andere websites
Zoek opsporen op Woordenlijst.org
Zoek opsporen op Google
Zoek opsporen op Wikipedia