opspelen

werkw.
Uitspraak:  ['ɔpspelə(n)]
Afbreekpatroon:  op·spe·len
Vervoegingen:  speelde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opgespeeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (een kaart) op tafel leggen in een kaartspel
Voorbeeld:  `Nu moet je een kaart van dezelfde kleur opspelen.`

2) hinderlijk merkbaar zijn
Voorbeelden:  `opspelen van hormonen`,
`Haar enkelblessure speelt weer op.`


Synoniemen
opgooien   protesteren   

4 definities op Encyclo
  • 1) Razen 2) Spektakel maken 3) Spetteren 4) Opgooien 5) Tieren 6) Duvelen 7) Uithalen 8) Uitvaren 9) Donderen 10) Te keergaan 11) Tekeergaan 12) Protesteren 13) Oppijpen 14) Aanspelen 15) Stormen 16) Donderjagen 17) Te keer gaan
  • op zijn poot spelen, razen
  • op zijn poot spelen, razen Jaar van herkomst: 1806-1807 (WNT )
  • Spreekwoorden: (1914) Opspelen, d.w.z. uitvaren, razen, op (zijn poot of zijn klomp) spelen, de beest spelen (Hoeufft, 436); zie Molema, 312 b; Harrebomée III, 53: Ndl. Wdb. XI, 1228; Kmz. 335; Lvl. 195; Sjof. 240; fri. opspylje. In het Zaansch opspeulen, ook opspeulen as de rook, erg driftig worden. In Zuid...
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
opspelen (op zijn poot spelen, razen)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opspelen?
De verleden tijd van opspelen is 'speelde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgespeeld'.
Wat betekent opspelen?
'(een kaart) op tafel leggen in een kaartspel' en 'hinderlijk merkbaar zijn'
Hoe spel je opspelen?
opspelen spel je O P S P E L E N
Wat is een ander woord voor opspelen?
Andere woorden voor opspelen zijn opgooien en protesteren.

Op andere websites
Zoek opspelen op Woordenlijst.org
Zoek opspelen op Google
Zoek opspelen op Wikipedia