opschuiven

werkw.
Uitspraak:  ['ɔpsxœyvə(n)]
Afbreekpatroon:  op·schui·ven
Vervoegingen:  schoof op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is opgeschoven (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

jezelf al schuivend verplaatsen
Voorbeeld:  `Wil je een beetje opschuiven? Dan kan ik erbij komen zitten.`
Synoniem:  verschuiven


Synoniemen
duwen   opschorten   plaats maken   rekken   uitstellen   verplaatsen   verschuiven   vertragen   verzetten   voor zich uitschuiven   voorschuiven   vooruitschuiven   

2 definities op Encyclo
  • naar een andere plaats of een ander moment schuiven vb: we schuiven de vergadering op naar volgende week een hogere plaats innemen vb: de plaat is drie plaatsen opgeschoven in de top tien
  • 1) Duwen 2) Vertragen 3) Verzetten 4) Voorschuiven 5) Opschikken 6) Verschuiven 7) Verschikken 8) Verplaatsen 9) Vooruitschuiven 10) Verdagen 11) Opschorten 12) Sloven 13) Schavelen 14) Rekken 15) Uitstellen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opschuiven?
De verleden tijd van opschuiven is 'schoof op'. Het voltooid deelwoord is 'is opgeschoven'.
Wat betekent opschuiven?
'jezelf al schuivend verplaatsen'
Hoe spel je opschuiven?
opschuiven spel je O P S C H U I V E N
Wat is een ander woord voor opschuiven?
Andere woorden voor opschuiven zijn duwen, opschorten, plaats maken, rekken, uitstellen, verplaatsen, verschuiven, vertragen, verzetten, voor zich uitschuiven, voorschuiven en vooruitschuiven.

Op andere websites
Zoek opschuiven op Woordenlijst.org
Zoek opschuiven op Google
Zoek opschuiven op Wikipedia