opscheppen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔpsxɛpə(n)]
Afbreekpatroon:  op·schep·pen
Vervoegingen:  schepte op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opgeschept (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) over iets van jezelf praten en daarbij overdrijven over wat er goed aan is
Voorbeeld:  `Hij zat geweldig op te scheppen over zijn acteertalent.`

2) (eten) uit een schaal of een pan op een bord leggen
Voorbeeld:  `Het is lekker, schep mij nog maar een keer op.`


Synoniemen
bluffen   eten opscheppen   grootspreken   opdissen   opsnijden   pochen   scheppen   snoeven   snorken   stoffen   zich bedienen   zich bedienen aan tafel   zwetsen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• voor het opscheppen hebben (=meer dan genoeg hebben, zonder er iets voor te moeten doen)
• de peentjes opscheppen (=de boel opruimen)
Naar de spreekwoorden

10 definities op Encyclo
  • 1.opnemen oppakken Voorbeeld: Trientje was in haar hemdeke, met de buik uitgesteken, in 't deurgat blijven staaan (...) tot dat moeders handen het wichtje onder de oksels opschepten en een hertelijke smok met naar dikke lippen, zijn roze kaakjes kusten 2.opgeschept: uit, afgelopen (Te, VD 4) Voorbeeld:...
  • •Voedsel uit een schaal of pan op een bord doen. •Aangedikte beweringen slaken. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • op je bord scheppen vb: mag ik nog wat opscheppen? ergens veel nadruk op leggen omdat je er erg trots op bent vb: hij schepte op over zijn knappe zoon
  • 1) Lepelen 2) Opsnijden 3) Bruinbakken 4) Banjeren 5) Ophemelen 6) Snoeven 7) Pochen 8) Poeha maken 9) Snorken 10) Brageren 11) Blagueren 12) Oppijpen 13) Bluffen 14) Dikdoen 15) Pralen 16) Stof 17) Grootspreken 18) Scheppen 19) Bedienen 20) Zwetsen 21) Geuren 22) Geur maken 23) Op het bord leggen 24) Oplepel...
  • In een maatschappij waarin de waarde van een mens wordt afgemeten aan zijn prestaties, is opschepperij een normaal verschijnsel. Op jonge leeftijd leren mensen al dat het er in het beroep en privé op aankomt je eigen kunnen op het juiste moment te tonen. Het handelen van sommige mensen schiet daarbij zijn do...
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
opscheppen (snoeven)

Taaladvies
Waar komt de gebraden haan uithangen vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie De gebraden haan uithangen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opscheppen?
De verleden tijd van opscheppen is 'schepte op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgeschept'.
Wat betekent opscheppen?
'over iets van jezelf praten en daarbij overdrijven over wat er goed aan is' en '(eten) uit een schaal of een pan op een bord leggen'
Hoe spel je opscheppen?
opscheppen spel je O P S C H E P P E N
Wat is een ander woord voor opscheppen?
Andere woorden voor opscheppen zijn bluffen, eten opscheppen, grootspreken, opdissen, opsnijden, pochen, scheppen, snoeven, snorken, stoffen, zich bedienen, zich bedienen aan tafel en zwetsen.

Op andere websites
Zoek opscheppen op Woordenlijst.org
Zoek opscheppen op Google
Zoek opscheppen op Wikipedia