oprijden

werkw.
Uitspraak:  ['ɔprɛidə(n)]
Afbreekpatroon:  op·rij·den
Vervoegingen:  reed op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is opgereden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

op een bepaalde plaats komen door te rijden
Voorbeelden:  `de autosnelweg oprijden`,
`een kruispunt oprijden`


Synoniemen
eindje meerijden   hemelvaart   oprit   opwaarts rijden   stijging   

3 definities op Encyclo
  • 1.opwaarts, naar boven rijden, klimmen (VD A 1) Voorbeeld: De ploeg die boren moest door de schonkige knuisten, door de eerde die in het natte jaargetijde, de boever de benen opreed 2.achternazitten, bespringen (DB) Voorbeeld: 'k En geef geen pinte bier voor mijn leven. 'k Zitte met dat verzin, al...
  • Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 hetzelfde als opleggen, maar niet met een schop doch met een ploeg.
  • 1) Stijging 2) Oprit 3) Hemelvaart
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van oprijden?
De verleden tijd van oprijden is 'reed op'. Het voltooid deelwoord is 'is opgereden'.
Wat betekent oprijden?
'op een bepaalde plaats komen door te rijden'
Hoe spel je oprijden?
oprijden spel je O P R I J D E N
Wat is een ander woord voor oprijden?
Andere woorden voor oprijden zijn eindje meerijden, hemelvaart, oprit, opwaarts rijden en stijging.

Op andere websites
Zoek oprijden op Woordenlijst.org
Zoek oprijden op Google
Zoek oprijden op Wikipedia