opnemen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔpnemə(n)]
Afbreekpatroon:	op·ne·men
Vervoegingen:	nam op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft opgenomen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (geluid of beeld) vastleggen om later opnieuw hoorbaar of zichtbaar te maken ^technisch

Voorbeeld:

`De hele plechtigheid werd op video opgenomen.`

2) met je telefoon een oproep beantwoorden

Voorbeeld:

`Je telefoon gaat, waarom neem je niet op?`

3) (iemand) laten verblijven en gaan behandelen in een ziekenhuis ^medisch

Voorbeeld:

`opgenomen worden voor een heupoperatie`

4) reageren op

Voorbeeld:	`een teleurstelling nogal luchtig opnemen`
Synoniem:	verwerken

5) (geld) van je bankrekening halen

Voorbeeld:	`Als we langs een geldautomaat komen wil ik wat geld opnemen.`
Synoniem:	pinnen

6) vaststellen en vastleggen

Voorbeelden:

`de temperatuur opnemen bij een koortsig kind`, `een bestelling opnemen`

7) deel van een geheel laten worden

Voorbeelden:	`gastvrij opgenomen worden in een familie`, `Dit vaatdoekje neemt nauwelijks vocht op.`
Synoniem:	absorberen

8)

het opnemen voor iemand

(iemand verdedigen, bijvoorbeeld tegen een beschuldiging of kritiek)

absorberen   bekijken   beoordelen   gadeslaan   inspreken   noteren   onregbrengen   onthouden   opdweilen   opmeten   oppakken   opslaan   opslorpen   opslurpen   opvangen   opvatten   registreren   tapen   vastleggen   

• iets hoog opnemen (=ergens zeer gekrenkt over zijn)
• hoog opnemen (=zeer kwalijk nemen)
• de handschoen opnemen (=het gevecht aangaan)
Naar de spreekwoorden

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Opnemen``] Een troep O. Indien eene troepenafdeeling tot wijken gebragt is en door den vijand hevig vervolgd wordt, dan geraakt zij in toenemende wanorde, als de vervolging des vijands niet gekeerd wordt en daardoor de vervolgde afdeeling eenige rust verkrijgt, om zich t...
• •in handen nemen. •het resultaat vaststellen. •een plaats geven. •van de rekening afhalen en omzetten in contact geld. •beginnen. •bekijken. •(beeld, geluid) registreren, vastleggen •opvatten. •opkomen.
• het pakken en optillen vb: hij nam de telefoon op Tegenstellingen: neerzetten opstellen het vastleggen op een band of film vb: heb je dat programma met de video opgenomen? van bank- of girorekening afhalen vb: ik heb vandaag 100 gulden opgenomen meten hoe groot het is of hoe lang het duurt vb: heb je de tijd ...
• 1) Tillen 2) Opslurpen 3) Installeren 4) Inspreken 5) Inclusief zijn 6) Opwissen 7) Verdisconteren 8) Opwassen 9) Pinnen 10) Vastleggen 11) Opvegen 12) Opvatten 13) Opvangen 14) Optillen 15) Onthouden 16) Schoonvegen 17) Schatten 18) Absorberen 19) Herbergen 20) Toelaten 21) Registreren voor later gebruik
• Opnemen is oppakken of verplegen in een ziekenhuis. [basiswoordenlijst groep 6]

Toon uitgebreidere definities

• opnemen met

opnemen

Wat is correct: geld afhalen, opnemen of pinnen? Zie Pinnen / afhalen / opnemen (geld - )

Wat is de verleden tijd van opnemen?

De verleden tijd van opnemen is 'nam op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgenomen'.

Wat betekent opnemen?

'(geluid of beeld) vastleggen om later opnieuw hoorbaar of zichtbaar te maken' en 'met je telefoon een oproep beantwoorden' en '(iemand) laten verblijven en gaan behandelen in een ziekenhuis' en 'reageren op' en '(geld) van je bankrekening halen' en 'vaststellen en vastleggen' en 'deel van een geheel laten worden' en ''

Hoe spel je opnemen?

opnemen spel je O P N E M E N

Wat is een ander woord voor opnemen?

Andere woorden voor opnemen zijn absorberen, bekijken, beoordelen, gadeslaan, inspreken, noteren, onregbrengen, onthouden, opdweilen, opmeten, oppakken, opslaan, opslorpen, opslurpen, opvangen, opvatten, registreren, tapen en vastleggen.

Zoek opnemen op Woordenlijst.org
Zoek opnemen op Google
Zoek opnemen op Wikipedia