de opmars

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[ˈɔpmɑrs]
Afbreekpatroon:	op·mars

het snel groter, belangrijker worden of vooruit komen

Voorbeeld:	`de snelle opmars van de grondtroepen`
in opmars zijn	(snel aan populariteit winnen)

voortgang   aftocht (antoniem)   

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Opmarsch``] Behalve de bijzondere beteekenis, die dat woord tot aanduiding eener evolutie (zie Evolutie) heeft, zoo wordt het ook in de militaire taal gebezigd voor den overgang van eene troepenafdeeling uit de marsch tot de gevechtsformatie. Men noemt dikwijls den opmar...
• het groeien in aantal of belangrijkheid vb: de opmars van de computer is niet te stuiten
• 1) Oprukken 2) Het oprukken van een leger 3) Legerbeweging 4) Opkomst 5) Troepenbeweging 6) Opgang 7) Aanzet 8) Sterke opkomst 9) Anabasis 10) Het oprukken 11) Aanvallende beweging 12) Bloei 13) Voortgang 14) Groeiend succes 15) Aanvallende beweging van een leger 16) Het opmarcheren

Toon uitgebreidere definities

• opmarsgebied

Is het 'de opmars' of 'het opmars'?

Het is 'de opmars', want opmars is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die opmars'.

Wat betekent opmars?

'het snel groter, belangrijker worden of vooruit komen'

Hoe spel je opmars?

opmars spel je O P M A R S

Wat is een ander woord voor opmars?

Een ander woord opmars is voortgang.

Wat is het tegenovergestelde van opmars?

Een antoniem van opmars is aftocht.

Zoek opmars op Woordenlijst.org
Zoek opmars op Google
Zoek opmars op Wikipedia