oplopen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔplopə(n)]
Afbreekpatroon:  op·lo·pen
Vervoegingen:  liep op (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) hoger worden
Vervoegingen:  is opgelopen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `De kosten zijn flink opgelopen.`,
`oplopende koorts`,
`hoog oplopende ruzie`
Synoniem:  toenemen
De weg loopt hier een beetje op.  (de weg gaat hier omhoog)

2)
Vervoegingen:  is opgelopen (volt.deelw.)
oplopen met  (vergezellen) `een stukje met iemand oplopen`

3) (iets dat je niet wilt) krijgen
Vervoegingen:  heeft opgelopen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `een verkoudheid oplopen`,
`achterstand oplopen`


Synoniemen
bestijgen   krijgen   meelopen   opdoen   stijgen   teruglopen (antoniem)   

Intensiveringen
Hoe kun je oplopen krachtiger uitdrukken?
hoog oplopen;

7 definities op Encyclo
  • •"iets ~": lopend naar boven gaan •in getal of hoeveelheid toenemen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • groter of hoger worden vb: mijn schuld is opgelopen tot 1000 gulden Tegenstelling: zakken het krijgen zonder dat je het weet vb: ik heb een vervelende ziekte opgelopen Synoniemen: opdoen verwerven met hem dezelfde weg lopen vb: zal ik een stukje met je oplopen? naar boven gaan vb: hij is de trap opgelopen
  • Def.: een ander schip inhalen en voorbijvaren Toelichting: Als beide boten over dezelfde boeg liggen, moet de oploper uitwijken voor de langzamere boot.
  • 1) Opschuimen 2) Opdoen 3) Meegaan 4) Duurder worden 5) Meer worden 6) Opzwellen 7) Aantellen 8) Ongevraagd krijgen 9) Omhoog lopen 10) Omhoog gaan 11) Aantikken 12) Meelopen 13) Toenemen 14) In aantal toenemen 15) In schuine richting naar boven gaan 16) Incurreren 17) Inhalen 18) Stijgen 19) Rijzen
  • 1> een ander vaartuig van achteren naderen. Vroeger sprak men ook van belopen. Het tegengestelde noemt men ontmoeten. Wanneer men het schip daarna passeert, dan spreekt men van voorbijlopen. 2> DE MAST OPLOPEN: de mast met de handen omhoog duwen en zich daarna in de richting van de hiel van de mast verplaatse...
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met oplopen:
oplopend

Deze woorden eindigen op oplopen:
vooroplopenoverhooplopenachteroplopen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
oplopen

Taaladvies
Is hoog oplopen met in de betekenis van `(zeer) ingenomen zijn met` correct? Zie Hoog oplopen met / weglopen met / ingenomen zijn met / veel ophebben met

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent oplopen?
'hoger worden' en '' en '(iets dat je niet wilt) krijgen'
Hoe spel je oplopen?
oplopen spel je O P L O P E N
Wat is een ander woord voor oplopen?
Andere woorden voor oplopen zijn bestijgen, krijgen, meelopen, opdoen en stijgen.
Wat is het tegenovergestelde van oplopen?
Een antoniem van oplopen is teruglopen.

Op andere websites
Zoek oplopen op Woordenlijst.org
Zoek oplopen op Google
Zoek oplopen op Wikipedia