oplappen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔplɑpə(n)]
Afbreekpatroon:	op·lap·pen
Vervoegingen:	lapte op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft opgelapt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

niet grondig herstellen

Voorbeeld:

`tweedehands auto's oplappen en doorverkopen`

dokteren   lappen   opkalefateren   opknappen   opvijzelen   repareren   sleutelen   

• 1) Opvijzelen 2) Opknappen 3) Sleutelen 4) Opkalefateren 5) Opflikken 6) Lappen 7) Kalfaten 8) Kalefaten 9) Iets ouds repareren 10) Repareren 11) Dokteren 12) Verstellen 13) Herstellen 14) Het herhaald herstellen van kleding 15) Provisorisch herstellen
• 1> het aanbrengen van zeildoeken verstevigingen op het zeil. Ook lappen geheten. Zie ook opdoek. 2> door het aanbrengen van stukken zeildoek beschadigingen aan zeilen en dekzeilen herstellen.
• verstellen, herstellen

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van oplappen?

De verleden tijd van oplappen is 'lapte op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgelapt'.

Wat betekent oplappen?

'niet grondig herstellen'

Hoe spel je oplappen?

oplappen spel je O P L A P P E N

Wat is een ander woord voor oplappen?

Andere woorden voor oplappen zijn dokteren, lappen, opkalefateren, opknappen, opvijzelen, repareren en sleutelen.

Zoek oplappen op Woordenlijst.org
Zoek oplappen op Google
Zoek oplappen op Wikipedia