I ophouden
werkw.
1) niet doorgaan | Vervoegingen: | is opgehouden (volt.deelw.) |
| Voorbeeld: | `ophouden met roken` | |
| Synoniem: | stoppen |
2) zorgen dat iets of iemand vertraging oploopt | Vervoegingen: | heeft opgehouden (volt.deelw.) |
| Voorbeelden: | `Ik zal u niet langer ophouden.`, `je plas moeilijk kunnen ophouden` | |
| Synoniem: | tegenhouden |
II zich ophouden
reflexief werkw.
| Uitspraak: | [ˈɔphɑudə(n)] |
| Afbreekpatroon: | op·hou·den |
| Vervoegingen: | heeft opgehouden (volt.deelw.) |
| Vervoegingen: | hield zich op (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft zich opgehouden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
ergens zijn;
zich bevinden | Voorbeeld: | `De zakkenrollers houden zich vooral op bij de roltrappen.` | |
Synoniemen
aanbelanden aankomen aanlanden afhaken aflaten aflopen afnokken afsluiten afsterven afvallen afzeggen afzien van arriveren beëindigen behouden bevinden een einde maken aan eindigen ermee uitscheiden eruitstappen halt houden hooghouden kappen omhooghouden opgeven rekken remmen staken sterven stoppen stopzetten strekken tegenhouden temporiseren terechtkomen uitbreiden uitgaan uitlopen uitraken uitscheiden uitsteken uitsterven uitstrekken verlopen vertragen Intensiveringen
Uitdrukkingen die ophouden betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):als een zeepbel uit elkaar spatten;
7 definities op Encyclo
- Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 een telegram ophouden.
- 1.omhooghouden, in de hoogte houden (VD A 1) Voorbeeld: Hij bewonderde het roodvellig, gerinseld klein, klein kindeke dat hij met mijde handen ophield uit vrees dat zijn ruwe doening kwaad of deernis zou veroorzaken 2.inhouden (VD A 3) Voorbeeld: Kerlo blekte verweerd zodanig dat Swane haar lachen o...
- •"~ met", "~ te": een activiteit beëindigen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
- daar zijn vb: hij houdt zich op in de bosjes Synoniemen: bevinden zitten niet meer doorgaan vb: het is opgehouden met regenen dan houdt alles op [dan kunnen we niets meer doen] zonder ophouden [aan een stuk door, voortdurend]
- 1) Opgeven 2) Opheffen 3) Arriveren 4) Ermee uitscheiden 5) Eruitstappen 6) Onderbreken 7) Uitbreiden 8) Tegenhouden 9) Uitgaan 10) Uitlopen 11) Pozen 12) Overgaan 13) Temporiseren 14) Stilhouden 15) Wachten 16) Opkeren 17) Aanlanden 18) Strekken 19) Blijven steken 20) Storen 21) Achterhouden 22) Intomen
Toon uitgebreidere definitiesTaaladvies
- Zijn onophoudelijk en zonder ophouden synoniemen? Zie Onophoudelijk / zonder ophouden
- (ik heb / ben -) Wordt ophouden met hebben of met zijn vervoegd? Zie Opgehouden
- Is het `Ik hou niet van kerstliedjes` of `Ik houd niet van kerstliedjes`? Zie Hou / houd
Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent ophouden?
'niet doorgaan' en 'zorgen dat iets of iemand vertraging oploopt'
Hoe spel je ophouden?
ophouden spel je O P H O U D E N
Wat is een ander woord voor ophouden?
Andere woorden voor ophouden zijn aanbelanden, aankomen, aanlanden, afhaken, aflaten, aflopen, afnokken, afsluiten, afsterven, afvallen, afzeggen, afzien van, arriveren, beëindigen, behouden, bevinden, een einde maken aan, eindigen, ermee uitscheiden, eruitstappen, halt houden, hooghouden, kappen, omhooghouden, opgeven, rekken, remmen, staken, sterven, stoppen, stopzetten, strekken, tegenhouden, temporiseren, terechtkomen, uitbreiden, uitgaan, uitlopen, uitraken, uitscheiden, uitsteken, uitsterven, uitstrekken, verlopen en vertragen.Op andere websites
Zoek
ophouden op Woordenlijst.org
Zoek
ophouden op Google
Zoek
ophouden op Wikipedia