ophitsen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔphɪtsə(n)]
Afbreekpatroon:  op·hit·sen
Vervoegingen:  hitste op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft opgehitst (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

kwaad en opgewonden maken
Voorbeeld:  `supporters ophitsen tegen de scheidsrechter`


Synoniemen
aanleiding geven tot   aanstoken   aanvuren   aanwakkeren   aanzetten   agiteren   jachten   opdrijven   opfokken   opjagen   opjutten   opruien   opstoken   opstokerij   opwinden   poken   provoceren   schudden   uitdagen   uitlokken   voortjagen   

3 definities op Encyclo
  • veel druk uitoefenen om iemand iets te laten doen vb: het publiek werd opgehitst door de muziek Synoniemen: opzwepen opstoken
  • 1) Aansporen 2) Voortjagen 3) Uitdagen 4) Jachten 5) Agiteren 6) Opstoken 7) Hevig aanvuren 8) Opstokerij 9) Opwinden 10) Huisen 11) Aanstoken 12) Opjutten 13) Opjagen 14) Opfokken 15) Opdrijven 16) Uitlokken 17) Aanvuren 18) Exciteren 19) Aanhitsen 20) Aandrijven 21) Aanzetten 22) Aanblazen 23) Opruien
  • Ophitsen is opstoken, opruien, aanzetten tot geweld. [basiswoordenlijst groep 8]
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
ophitsen (opstoken, driftiger maken)

Taaladvies
Schrijf je dit Duitse leenwoord in het Nederlands met of zonder hoofdletter? Zie schreibtischmörder / Schreibtischmörder

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van ophitsen?
De verleden tijd van ophitsen is 'hitste op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgehitst'.
Wat betekent ophitsen?
'kwaad en opgewonden maken'
Hoe spel je ophitsen?
ophitsen spel je O P H I T S E N
Wat is een ander woord voor ophitsen?
Andere woorden voor ophitsen zijn aanleiding geven tot, aanstoken, aanvuren, aanwakkeren, aanzetten, agiteren, jachten, opdrijven, opfokken, opjagen, opjutten, opruien, opstoken, opstokerij, opwinden, poken, provoceren, schudden, uitdagen, uitlokken en voortjagen.

Op andere websites
Zoek ophitsen op Woordenlijst.org
Zoek ophitsen op Google
Zoek ophitsen op Wikipedia