opfleuren

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔpflɵ:rə(n)]
Afbreekpatroon:	op·fleu·ren
Vervoegingen:	fleurde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft opgefleurd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

de boel een beetje opfleuren

(zorgen dat het ergens minder somber, vrolijker wordt)

blij maken   fleurig maken   ontplooien   opbloeien   opmonteren   tot bloei komen   tot volle wasdom komen   verkwikken   vrolijker worden   

• 1) Verkwikken 2) Vrolijker maken 3) Ontplooien 4) Opbloeien 5) Opkikkeren 6) Opleven 7) Opluiken 8) Opmonteren 9) Opvrolijken
• Opfleuren is opvrolijken, ergens een kleurtje aan geven. [basiswoordenlijst groep 6]

Toon uitgebreidere definities

opfleuren

Wat is de verleden tijd van opfleuren?

De verleden tijd van opfleuren is 'fleurde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft opgefleurd'.

Hoe spel je opfleuren?

opfleuren spel je O P F L E U R E N

Wat is een ander woord voor opfleuren?

Andere woorden voor opfleuren zijn blij maken, fleurig maken, ontplooien, opbloeien, opmonteren, tot bloei komen, tot volle wasdom komen, verkwikken en vrolijker worden.

Zoek opfleuren op Woordenlijst.org
Zoek opfleuren op Google
Zoek opfleuren op Wikipedia