opdonderen

werkw.
Uitspraak:  ['ɔbdɔndərə(n)]
Vervoegingen:  donderde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is opgedonderd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

gedwongen vertrekken informeel
Voorbeeld:  `Wie niet mee wil helpen dondert maar op.`
Synoniem:  ophoepelen


Synoniemen
inrukken   ophoepelen   opkrassen   oplazeren   

4 definities op Encyclo
  • weggaan (plat) vb: wil je wel eens opdonderen! Synoniem: oprotten
  • 1) Opsodemieteren 2) Opwaaien 3) Opsalamanderen 4) Oplazeren 5) Ophoepelen 6) Uitrukken 7) Opbliksemen 8) Inrukken 9) Opkrassen
  • ophoepelen; uitbulderen
  • verschijnen.
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
opdonderen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van opdonderen?
De verleden tijd van opdonderen is 'donderde op'. Het voltooid deelwoord is 'is opgedonderd'.
Wat betekent opdonderen?
'gedwongen vertrekken'
Hoe spel je opdonderen?
opdonderen spel je O P D O N D E R E N
Wat is een ander woord voor opdonderen?
Andere woorden voor opdonderen zijn inrukken, ophoepelen, opkrassen en oplazeren.

Op andere websites
Zoek opdonderen op Woordenlijst.org
Zoek opdonderen op Google
Zoek opdonderen op Wikipedia