het oor
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [or] |
| Verbuigingen: | oren (meerv.) |
1) deel van je hoofd waarmee je kunt horen | Voorbeeld: | `flaporen` | |
| Het gaat het ene oor in en het andere uit. | (wat er gezegd wordt, wordt niet onthouden) |
| met een half oor luisteren | (niet goed opletten, niet geconcentreerd zijn) |
| één en al oor zijn | (heel aandachtig luisteren) |
| iemand een oor aannaaien | (iemand bedriegen) |
| met je oren staan te klapperen | (heel verbaasd zijn) |
| met rode oortjes | (opgewonden) |
2) handvat waaraan je een stuk servies kunt optillen | Voorbeeld: | `een soepkom met twee oren` | |
Synoniemen
gehoororgaan handgreep handvat oor van een kopje Spreekwoorden en zegswijzen
• zitten alsof men een luis in zijn
oor heeft
(=alsof hij door zijn geweten beschuldigd wordt)• wie v
oor het
oortje geboren is, zal tot de stuiver niet geraken
(=wie in een lage sociale klasse geboren is, zal niet in een hogere sociale klasse terechtkomen)• op een
oor na gevild zijn
(=bijna in orde zijn)• met een half
oor (=maar half luisterend)• kijken alsof hij zijn laatste
oortje versnoept heeft
(=heel ongelukkig kijken)Toon alle 26 spreekwoorden die oor bevattenIntensiveringen
Hoe kun je met oor een ander begrip versterken?blozen tot achter je oren; tot over je oren in; tot over je oren in het werk; tot over je oren verliefd; smile van oor tot oor; grijnzen van oor tot oor; de oren van de kop zeuren; de oren van het hoofd vragen; iemand de oren van het hoofd praten; iemand de oren van het hoofd eten; iemand de oren van zijn kop vragen; iemand de oren van zijn kop zagen;
21 definities op Encyclo
- Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 dat gedeelte van een vensterbank, dat verder in het metselwerk doorloopt.
- uitdr.: Voorbeeld: trakteren rond zijn oren: iedereen, veel trakteren - Voorbeeld: Als de baas uit de Meersblomme nu eens naar de winkel kwam, en de reden opgaf: dat Jantje sedert enige tijd zo dikwijls zijn herberg bezocht,... en rond zijn oren trakteerde
- [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Oor``] 1o. Zie Kanonnen. 2o. Zie Projectilen. 3o. Zie Mast. 4o. Zie Mijnen
- • [anatomie] lichaamsdeel waarmee geluiden kunnen worden gehoord. • [numismatiek] oude Nederlandse munt.
- elk van de twee organen waarmee je hoort vb: bij het douchen kwam er water in mijn oor ik ben tot over mijn oren verliefd [heel erg dus] het is op een oor na gevild [bijna klaar] je de oren van het hoofd kletsen [druk praten] nog op één oor liggen [nog slapen] er wel oren naar hebben [er wel zin in hebben] ...
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met oor:
•
oorarts•
oorbaar•
oorbel•
oorbeschermer•
oorbiecht•
oorblazer•
oorclip•
oord•
oordeel•
oordeelkundig•
oordelaar•
oordelen•
oordop•
oordopjes•
oordoppen op maat•
oorflap•
oorgat•
oorgatbrug•
oorgetuige•
oorhanger•
Toon alle woorden die beginnen met oorDeze woorden eindigen op oor:
•
aanzien voor•
advocatenkantoor•
afsluiten voor•
aldoor•
behoeden voor•
bestemmen voor•
boeten voor•
boor•
cargadoor•
carnivoor•
chloor•
daardoor•
daarvoor•
domoor•
door•
druiloor•
erdoor•
ervoor•
ezelsoor•
floor•
Toon alle woorden die eindigen op oorHerkomst volgens etymologiebank.nl
oor (gehoororgaan)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de oor' of 'het oor'?
Het is 'het oor', want oor is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat oor'.
Wat is het meervoud van oor?
Het meervoud van oor is 'oren'. Eén oor, twee oren.
Wat betekent oor?
'deel van je hoofd waarmee je kunt horen' en 'handvat waaraan je een stuk servies kunt optillen'
Hoe spel je oor?
oor spel je O O R
Wat is een ander woord voor oor?
Andere woorden voor oor zijn gehoororgaan, handgreep, handvat en oor van een kopje.Op andere websites
Zoek
oor op Woordenlijst.org
Zoek
oor op Google
Zoek
oor op Wikipedia