ook

bijwoord

Uitspraak:

[ok]

1) <woord waarmee je aangeeft dat nog iets of iemand anders komt of meetelt>

Voorbeelden:	`De buren aan de overkant doen ook mee.`, `Een eend kan alles: zwemmen, vliegen en ook nog een beetje lopen.`
Synoniem:	bovendien

2)

hoe dan ook

(in ieder geval) `We gaan hoe dan ook naar Frankrijk deze zomer, maar we weten nog niet wanneer precies.` Synoniem: zeker

alsmede   alsook   bepaald   bovendien   daarnaast   desgelijks   dienovereenkomstig   dito   echter   evenals   eveneens   evenzeer   evenzo   immers   mede   navenant   net zoals   ongetwijfeld   precies zo   tevens   toch   verder   wel   zeker   zowel   

• zoals de vos steelt, steelt ook het vosje. (=valse ouders hebben valse kinderen.)
• wie vis heeft, moet ook de graat hebben (=je moet ook de nadelen accepteren (geen rozen zonder doornen))
• wie bang leeft, gaat ook bang dood (=je gaat zoals je geleefd hebt)
• wie a zegt moet ook b zeggen (=als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken)
• wat de vos niet weet, weet de haas ook niet (=het is moeilijk iets te weten als het je nooit verteld is)
Toon alle 34 spreekwoorden die ook bevatten

• •daarnaast; verder; tevens.
• net als iemand of iets anders vb: Jan heeft ook een groot huis ik ben er ook nog! [je moet mij niet overslaan!]
• [Vergeten woorden] (m.) toename, vermeerdering, vergroting [van oken]
• 1) Mede 2) In dezelfde mate 3) Toch 4) In dezelfde tijd 5) Bijgeval 6) Dienovereenkomstig 7) Dito 8) Verder 9) Zeker 10) Daarbij 11) Daarenboven 12) Overeenkomstig 13) Daarnaast 14) Zelfs 15) Insgelijks 16) Bijwoord 17) Niet alleen 18) Niet slechts 19) Behalve 20) Benevens 21) Bepaald 22) Zowel 23) Ongetwijfe...
• bijwoord van modaliteit: bovendien Jaar van herkomst: 1001-1050 (CG I, 118 )

Toon uitgebreidere definities

• alsook• bieslook• groenstrook• inhaalstrook• invoegstrook• knoflook• knook• kook• look• notebook• pechstrook• rijstrook• rook• smook• spitsstrook• spook• strook• uitrijstrook• vluchtstrook• wierook

ook (bovendien, tevens)

1. Moet ik alsook schrijven of moet er een spatie staan tussen als en ook in de zin: Zij scoorde goed voor wiskunde als ook/alsook voor wetenschappen, maar minder goed voor talen? Zie Als ook / alsook
2. Wat is correct: Niet alleen Jan, maar ook Piet hebben dat gedaan of Niet alleen Jan, maar ook Piet heeft dat gedaan? Zie Niet alleen Jan, maar ook Piet hebben / heeft dat gedaan

Wat betekent ook?

'<
woord waarmee je aangeeft dat nog iets of iemand anders komt of meetelt>
' en ''

Hoe spel je ook?

ook spel je O O K

Wat is een ander woord voor ook?

Andere woorden voor ook zijn alsmede, alsook, bepaald, bovendien, daarnaast, desgelijks, dienovereenkomstig, dito, echter, evenals, eveneens, evenzeer, evenzo, immers, mede, navenant, net zoals, ongetwijfeld, precies zo, tevens, toch, verder, wel, zeker en zowel.

Zoek ook op Woordenlijst.org
Zoek ook op Google
Zoek ook op Wikipedia