de onwetendheid

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [ɔn'wetənthɛit]
Afbreekpatroon:  on·we·tend·heid

het niet weten van of bekend zijn met iets
Voorbeelden:  `Angst komt vaak voort uit onwetendheid.`,
`De meeste dt-fouten komen niet door onwetendheid, maar door slordigheid.`


Synoniemen
onbekendheid   onbenulligheid   onkun   onkunde   onkundigheid   stompzinnigheid   

4 definities op Encyclo
  • 'Onwetendheid' of 'ignorantie' is de toestand van afwezigheid van alle of bepaalde kennis bij een persoon. In de economische wetenschap legt men vaak een verband tussen onwetendheid (zeker niet weten) en onzekerheid (niet zeker weten).
  • 1) Stompzinnigheid 2) Onbenulligheid 3) Agnosie 4) Ignorant 5) Onverstand 6) Onnozelheid 7) Onkundigheid 8) Onkunde 9) Onbekendheid
  • onbekendheid met iemand of iets
  • onbekendheid met iemand of iets
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de onwetendheid' of 'het onwetendheid'?
Het is 'de onwetendheid', want onwetendheid is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die onwetendheid'.
Wat betekent onwetendheid?
'het niet weten van of bekend zijn met iets'
Hoe spel je onwetendheid?
onwetendheid spel je O N W E T E N D H E I D
Wat is een ander woord voor onwetendheid?
Andere woorden voor onwetendheid zijn onbekendheid, onbenulligheid, onkun, onkunde, onkundigheid en stompzinnigheid.

Op andere websites
Zoek onwetendheid op Woordenlijst.org
Zoek onwetendheid op Google
Zoek onwetendheid op Wikipedia