ontmoeten

werkw.

Uitspraak:	[ɔntˈmutə(n)]
Afbreekpatroon:	ont·moe·ten
Vervoegingen:	ontmoette (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft ontmoet (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) tegenkomen en persoonlijk contact hebben

Voorbeeld:

`Ik weet wie zij is, maar we hebben elkaar nooit ontmoet.`

aantreffen   kennis maken met   ondervinden   samenkomen   tegenkomen   treffen   

• bomen ontmoeten elkaar niet, mensen wel (=de kans dat je iemand toevallig tegenkomt is groot)
Naar de spreekwoorden

• •met iemand kennismaken en een gesprek voeren.
• bij elkaar komen en elkaar zien vb: wij ontmoeten elkaar elke week bij het tennissen Synoniemen: treffen tegenkomen Tegenstelling: mislopen
• 1) Vinden 2) Betreffen 3) Tegenkomen 4) Ondervinden 5) Treffen 6) Samentreffen 7) Moeten 8) Gemoeten 9) Rencontreren 10) Bejegenen 11) Samenkomen 12) Aanboren 13) Aangaan 14) Aantreden 15) Aantreffen 16) Kennismaken 17) Trapperen
• elkaar met tegengestelde koersen naderen.
• toevallig tegenkomen

Toon uitgebreidere definities

ontmoeten (tegenkomen, treffen)

Is dit juist: de te ontmoeten uitdagingen? Zie de te ontmoeten uitdagingen

Wat is de verleden tijd van ontmoeten?

De verleden tijd van ontmoeten is 'ontmoette'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ontmoet'.

Wat betekent ontmoeten?

'(iemand) tegenkomen en persoonlijk contact hebben'

Hoe spel je ontmoeten?

ontmoeten spel je O N T M O E T E N

Wat is een ander woord voor ontmoeten?

Andere woorden voor ontmoeten zijn aantreffen, kennis maken met, ondervinden, samenkomen, tegenkomen en treffen.

Zoek ontmoeten op Woordenlijst.org
Zoek ontmoeten op Google
Zoek ontmoeten op Wikipedia