ontlopen

werkw.
Uitspraak:  [ɔntˈlopə(n)]
Afbreekpatroon:  ont·lo·pen
Vervoegingen:  ontliep (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft, is ontlopen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) moeite doen om (iemand) niet tegen te komen
Voorbeeld:  `Buiten het werk ontliep hij zijn collega's zo veel mogelijk.`
Synoniem:  ontwijken

2)
elkaar niet veel ontlopen  (niet veel verschillen) `De premies van de ziektekostenverzekeringen ontlopen elkaar niet veel.`


Synoniemen
mijden   mijding   omtrekkenbeweging   ontduiken   ontwijken   schuwen   trachten te ontkomen aan   uit de weg gaan   uiteenlopen   verhoeden   vermijden   vermijding   

3 definities op Encyclo
  • uit de weg gaan door niet te blijven vb: je kunt je noodlot niet ontlopen weinig van elkaar verschillen vb: die twee oplossingen ontlopen elkaar niet veel
  • 1) Ontkomen aan 2) Verschillen 3) Uiteenlopen 4) Ontwijken 5) Ontvlieden 6) Ontspringen 7) Uit de weg gaan 8) Ontrennen 9) Wijze van ontsnappen 10) Schuwen 11) Mijding 12) Vermijding 13) Mijden 14) Omtrekkenbeweging 15) Omzeilen 16) Vermijden 17) Verhoeden 18) Ontduiken 19) Vrijlopen 20) Ontkomen 21) Bewust n...
  • ontsnappen aan
Toon uitgebreidere definities

Taaladvies
Schrijf je mijden (= ontwijken) met ei of ij? Zie mijden / meiden

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van ontlopen?
De verleden tijd van ontlopen is 'ontliep'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is ontlopen'.
Wat betekent ontlopen?
'moeite doen om (iemand) niet tegen te komen' en ''
Hoe spel je ontlopen?
ontlopen spel je O N T L O P E N
Wat is een ander woord voor ontlopen?
Andere woorden voor ontlopen zijn mijden, mijding, omtrekkenbeweging, ontduiken, ontwijken, schuwen, trachten te ontkomen aan, uit de weg gaan, uiteenlopen, verhoeden, vermijden en vermijding.

Op andere websites
Zoek ontlopen op Woordenlijst.org
Zoek ontlopen op Google
Zoek ontlopen op Wikipedia