ontfutselen

werkw.

Uitspraak:	[ɔntˈfʏtsələ(n)]
Afbreekpatroon:	ont·fut·se·len
Vervoegingen:	ontfutselde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft ontfutseld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets) op een slimme manier van iemand krijgen dat hij of zij eigenlijk niet wil geven

Voorbeeld:

`iemand zijn inlogcode ontfutselen door in een mailtje net te doen alsof je de systeembeheerder bent`

afnemen   afpakken   aftroggelen   bemachtigen   benemen   bietsen   gappen   grissen   inpikken   leegstelen   nemen   ontnemen   pikken   plunderen   roven   snaaien   stelen   verdonkeren   vervreemden   wegnemen   wegpakken   

• heimelijk, stiekem van iemand afnemen vb: ik probeer hem die gave sjaal te ontfutselen iemand een geheim ontfutselen [zorgen dat hij zijn geheim aan je vertelt]
• 1) Luizen 2) Listig ontnemen 3) Inpikken 4) Wegnemen 5) Nemen 6) Pikken 7) Bietsen 8) Gappen 9) Escamoteren 10) Grissen 11) Handig ontnemen 12) Slinks ontnemen 13) Stelen 14) Stiekem wegnemen 15) Ontnemen 16) Bemachtigen 17) Verdonkeremanen 18) Aftroggelen 19) Afsnoepen 20) Afdieven 21) Rollen 22) Afhandig ma...
• listig ontnemen Jaar van herkomst: 1618 (WNT )
• Ontfutselen is stiekem afpakken. [basiswoordenlijst groep 8]

Toon uitgebreidere definities

ontfutselen (listig ontnemen; afhandig maken)

Wat is de verleden tijd van ontfutselen?

De verleden tijd van ontfutselen is 'ontfutselde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft ontfutseld'.

Wat betekent ontfutselen?

'(iets) op een slimme manier van iemand krijgen dat hij of zij eigenlijk niet wil geven'

Hoe spel je ontfutselen?

ontfutselen spel je O N T F U T S E L E N

Wat is een ander woord voor ontfutselen?

Andere woorden voor ontfutselen zijn afnemen, afpakken, aftroggelen, bemachtigen, benemen, bietsen, gappen, grissen, inpikken, leegstelen, nemen, ontnemen, pikken, plunderen, roven, snaaien, stelen, verdonkeren, vervreemden, wegnemen en wegpakken.

Zoek ontfutselen op Woordenlijst.org
Zoek ontfutselen op Google
Zoek ontfutselen op Wikipedia